De Rechtbank Den Haag stelt in één zaak dat werkzaamheden op tomatenbedrijven als dieven en draaien in principe niet door zelfstandig ondernemers kunnen worden uitgevoerd.
Het gaat om een man die bij de rechter aanvecht dat zijn VAR-verklaring voor zelfstandige is afgewezen. De rechter heeft daarvoor gekeken naar de aard van de werkzaamheden. Door de opdrachtgever zijn, vanwege virussen en insecten, tot in detail verplichtingen opgelegd. Voor de inrichting van die werkzaamheden bestaat nauwelijks nog enige vrijheid, waardoor er eigenlijk niet van zelfstandigheid gesproken kan worden, stelt de rechter.
Zo dient de man bijvoorbeeld het aantal overeengekomen plantjes binnen een periode van één week te dieven en te draaien, is het hem niet toegestaan kleding te dragen die ook op andere kwekerijen is gedragen, Ook moet hij de materialen van de opdrachtgever gebruiken en investeert hij dus zelf niets en draagt hij geen verantwoordelijkheid voor het eindproduct en daarmee ook geen risico.
De argumenten van de eiser wogen volgens de rechtbank niet zwaar. Dat de man geen ontslagbescherming geniet en vervangen kan worden door andere zzp-ers zijn voor de rechter niet van groot belang. Ook had de man met vier bedrijven afspraken gemaakt om als zzp-er aan de slag te gaan en niet met éen bedrijf.