Zuid-Holland wil een geplande warmteleiding langs glastuinbouwgebieden laten vallen en trekt zich terug uit ontwikkeling.
De provincie heeft een belangrijke keuze gemaakt tussen twee geplande warmtenetwerken (Leiding door Midden, nu genaamd WarmteLinQ en Leiding over Oost). Zuid-Holland kiest voor WarmteLinQ dat door GasUnie wordt ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Daardoor is de grondslag voor Leiding over Oost vervallen, oordeelt het provinciebestuur.
Gemeente Rotterdam
Later deze maand moeten Provinciale Staten over dit voorstel een besluit nemen. Ook gemeente Rotterdam had al vastgesteld dat voor het traject Leiding over Oost geen maatschappelijke of economische grond meer was. In een brief aan Provinciale Staten schrijft het provinciebestuur dat de warmteleiding WarmteLinQ ook een vervolg kent naar glastuinbouwgebieden Oostland en Westland.
Subsidie in plaats van participatie
Zuid-Holland wil niet meer actief betrokken zijn bij de ontwikkeling van warmtenetwerken, maar wil zich richten op publieke taken. Voor het warmtenetwerk WarmteLinQ kiest Zuid-Holland dan ook liever niet voor risicodragend kapitaal, maar voor een subsidie.
Aanleg start in juni 2022
De aanleg van het netwerk WarmteLinQ wordt gestart in juni 2022 en zal veel impact hebben op de omgeving. Daarom zijn partijen nu al gestart met lokale communicatie voor omwonenden. Voor dat project worden in de eerste fase twee leidingen (naast elkaar) aangelegd tussen Vlaardingen en Den Haag voor aanvoer en retour.
Eigen doelstellingen
Zuid-Holland heeft eigen milieudoelstellingen die niet gehaald worden op dit moment. In haar energieagenda is in 2016 als doel vastgelegd om in 2020 11 PJ aan restwarmte te benutten en 9 PJ aan aardwarmte; opgeteld 20 PJ. Daarvan is nu ruim 14 PJ gerealiseerd. Met de leiding WarmteLinQ en geplande vervolgtracés naar glastuinbouwgebieden is het mogelijk om 5,4 PJ toe te voegen, schrijft de provincie.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/