‘Zonder dakberegening extra blaadje laten zitten’

Teeltverantwoordelijke Jan Biemans: “Elke week splitsen we 6,5 tot 7 bladeren af, zodat we om en om blijven snoeien. Eerder in de teelt hadden we te veel vruchtjes aangelegd ten opzichte van de hoeveelheid licht, waardoor we toen flink kleintjes hebben moeten snijden. Maar dat probleem is voorbij: de balans is terug.”

Er zitten 6 tot 7 vruchten aan een stengel, wat neerkomt op gemiddeld 20 stuks per vierkante meter. De uitgroeiduur bedraagt 14 dagen. “In de afgelopen weken hebben we er 10,4 en 9,2 per week weggesneden. Voor een groot deel 40‘ers en 35‘ers, dus er zit flink gewicht op.”

Het gewas zelf blijft zich ook goed ontwikkelen. “Ondanks dat het al bijna mei is, hebben we er daarom bovenin nog een blaadje uitgehaald, want Hi Power geeft nog steeds voldoende bladeren.”

Langere voornacht

Op een donkere dag gaat de belichting standaard aan om 2.00 uur ’s nachts. Overdag gaan de lampen weer uit bij 250 of 300 Watt instraling. Bij zonniger weersomstandigheden, als het gewas een dag achter de rug heeft met een lichtsom van meer dan 1.500 joules, gaan de lampen tijdens de volgende dag pas om 05.00 uur aan.

“We proberen na zo’n lichte dag de voornacht van 17,5 graden Celsius langer te maken, om een lagere etmaaltemperatuur te kunnen draaien. Bij die voornachttemperatuur werkt het niet om de belichting al aan te doen, want dan staat het gewas nog stil. Het moet minimaal 19 graden zijn voordat het gewas zo actief is dat het zin heeft om de lampen aan te zetten.”

Er wordt opgestookt om in de morgen op 20,5 of 21 graden Celsius te zijn. Overdag mag de temperatuur gewoon verder doorlopen.

Schermen tegen instraling

Met veel zon gaat de dakberegening aan. Ook gaat zo nodig het schermdoek dicht om overschotten aan instraling weg te schermen. Eerder gebeurde dat pas boven de 700 Watt instraling. Dat bleek iets aan de hoge kant. “We zijn toch teruggegaan naar 600 Watt om de planten wat meer te helpen. Dat gaat nu goed. We zien weinig of geen afstoting.”

De watergift is stabiel en de EC blijft goed. “Tijdens dat scherpe weer moesten we wel wat terug. Maar nu zitten we weer op 2,6 tot 2,7 EC aan voeding die we meegeven. In de mat blijft de EC daarmee mooi op 2,7 tot 3,0 zitten.”

Nauwelijks plagen

Er is preventief biologie uitgezet, maar aan plagen is nog niets of nauwelijks iets te zien. Bij de schimmels is nog geen sprake van meeldauwaantasting. Wel zijn wat Mycosphaerella-vruchtjes waargenomen. Daar is een behandeling tegen uitgevoerd, door af en toe wat bloempjes te spuiten.

Verdroging

In een andere afdeling is net een tomatenteelt afgerond. Op het laatst is daar de weersgesteldheid te hard omgeslagen naar heel scherp zonnig. Daardoor hadden de laatste tomaten wat meer last met verdroging van de kroontjes. “We dachten: in maart zal het nog niet zo zonnig zijn, dus hadden we slechts één blaadje boven de trossen aangehouden. Verder hadden we alles schoongemaakt. Achteraf hadden we beter wat meer blad kunnen laten zitten.”

Mat geleidelijk uitdraineren

Als vervolg op de tomatenteelt worden in week 18 hogedraad-komkommers geplant, met 3 stengels per vierkante meter van het ras Lausanna. Daarvoor wordt een plant gebruikt die op het vierde oksel is getopt. “Als je het lager doet, kan het zijn dat de scheuten er minder sterk uitkomen.”

_{Lees verder onder de foto}

De planten voor de hogedraadteelt zijn op het vierde oksel getopt. – Foto: Van Assendelft Fotografie

Op de dag voor het planten worden de mathoezen doorgeprikt, om het bovenste deel van de mat heel geleidelijk uit te draineren, zonder plotselinge grote waterlozing die een kans op emissies zou veroorzaken. “Je kunt de plant niet met natte voeten neerzetten. Maar de rest moet hij daarna zelf maar opdrinken.”

Extra blaadje laten zitten

Op een nabijgelegen locatie staat ook nog een hogedraad komkommerteelt onder belichting. Omdat daar geen dakberegening aanwezig is om het gewas door scherp zonnig weer heen te helpen, is het gewas wat dunner geworden. Daarom had Tielemans bovenin al een extra blaadje laten zitten, maar die maatregel was nauwelijks afdoende. “Achteraf waren we daar iets ‘te bij’ met bladplukken.”

In een andere kasafdeling staat nog een traditionele teelt Proloog. Omdat dit gewas tot begin juni meemoet, zal er later een blaadje uitgehaald worden, om het gewas op het eind voldoende open te houden.

Op de scheuten is hier en daar een Mycoshaerella-kopje te zien. “Dat betekent opletten: een beetje lucht erin houden. De luchtramen dus niet te ver knijpen.”

Auteur: Peter Visser