‘Zomer zonder extreem weer maakt teelt makkelijker’

“Het is een ander zomertje dan anders. Iets koeler, zonder echt extreem weer, wat de teelt wat makkelijker maakt. Wel moet je daardoor wat meer letten op vocht. Maar omdat je toch behoorlijk wkk-warmte kwijt kunt, is dat geen probleem.”

Vruchtdunning

In het begin is er wat gedund op de stam. “Want het is zaak om de ranken goed door te laten groeien als de stamvruchten eraf zijn. We hebben op de stam twee setjes van drie aangehouden.” Er zit wel wat tijd tussen de laatste stammers en de eerste oogst aan de rank, maar de ranken laten allerlei groottes van komkommers zien. “En dat is wat je wilt.”

Al zie je af en toe wel een Mycosphaerella-puntje. Dat is toch zonde

Af en toe Mycos-puntje

In de voorgaande tweede teelt waren er weinig problemen met ziektes en plagen. Dit maakt dat de ziekte- en plaagdruk ook in de huidige teelt gering is. “Al zie je af en toe wel een Mycosphaerella-puntje. Dat is toch zonde. Het is niet veel, maar ik ben er niet vrij van. Dat heeft er ook mee te maken dat je, met een wittolerant ras, niet veel meer spuit tegen meeldauw.”

Plagen onder controle

Ook met plagen is het heel rustig. Er is wel preventief swirskii ingezet. “Met ‘langzame’ zakjes, waarbij de roofmijten gedurende een langere periode vrij komen.” In de tweede teelt zat er spint, maar een correctie met Scelta hielp toen goed, waarna er alleen biologie overbleef. “En we hebben nu ook geen trips, wat soms best een punt kan zijn in de derde teelt.”

Rustig aan met temperaturen

Qua temperatuurinstellingen is de teelt begonnen met 19 graden Celsius overdag, oplopend naar 20 graden midden op de dag. De voornacht ging even naar 18 graden, om die al gauw weer op te trekken naar de nanacht van 19 graden. Al na een paar weken zijn bovenstaande temperaturen met een graad verlaagd.

We telen vrij rustig. Want het wordt vrij warm, terwijl we niet zo veel licht hebben

“We telen vrij rustig. Want het wordt vrij warm, terwijl we niet zo veel licht hebben. We willen rond de 23 graden etmaaltemperatuur uitkomen. Omdat de buitentemperaturen niet zo hoog zijn, lukt het aardig om daar naar te sturen.”

Goed kijken naar nachtbeurt

De watergift staat, met wat minder Joules-instraling, ingesteld op rond drie keer de instraling. “We kijken wel altijd even goed naar de nachtbeurt. Na een donkere dag slaan we die over. De planten hebben dan minder nodig, ze hebben dan minder ‘nadorst’.”

Om de druk van het water in de plant te beperken, geeft hij twee uur voor zonop, als het gewas nog in rust is, een klein beurtje van 80 cc. “Zodat de plant niet staat te zuigen. Daarmee voorkom je gutteren en natslaan van komkommers.” Na zo’n vroeg beurtje hoeft hij pas zo’n anderhalf uur na zonop te beginnen met de eerste beurt op de dag.

Auteur: Peter Visser