De zomer van 2018 is heet en de droogste sinds de metingen. Telers doen er alles aan om binnen de beperkingen die lokaal gelden door te gaan.
➤ Spruitentelers Sonneveld: niet beregenen
Een wintergroente in tropisch weer: de spruitkool van Piet en Raymond Sonneveld in het Zeeuwse Dreischor zou bij wijze van spreken spontaan kunnen ontbranden.
In zowat alle rassen is het onderste blad totaal verdroogd onder de planten gevallen, zoals in een bos tijdens een droge herfst. Het is dat de grond erg opdrachtig is, wat maakt dat alle spruitenplanten er nog wel staan. Maar groeien doen ze niet.
Het vroegste ras is Davlin, volgens het boekje voor de pluk vanaf half augustus. Dat gaat vanwege de uitblijvende lengtegroei niet gebeuren, dat is nu al wel duidelijk. Beregenen zit er niet in, want het beschikbare water op Schouwen-Duiveland is bijna net zo zout als de zee. Oppervlaktewater onttrekken mag bovendien niet meer: het waterschap Scheldestromen verbiedt het om het oprukken van zeewater te voorkomen.
Aanvoeren water?
“We gaan er geen dramaverhaal van maken, reageert vader Piet op voorhand, maar hij kan niet voorkomen dat er berusting in zijn woorden doorklinkt.
Samen met zijn zoon hebben ze na vele discussies en adviesgesprekken al besloten om geen zoet water van elders aan te laten voeren. Het is peperduur, en met onzeker resultaat. Piet: “Met een temperatuur van 30 graden, en dan de regenleiding erop. Ik weet niet hoe het gewas daarop reageert. Bovendien red je het onder deze condities ook niet met eenmalig beregenen. Dan moet je doorgaan. Zouden we wel over water beschikken, dan hadden we wellicht anders gereageerd.”
‘Ik geloof dat we voor die beregeningsactie tot € 1.500 per hectare kwijt waren, voor 20 millimeter’
Een paar jaar geleden liet Sonneveld zoet water uit het Zoommeer bij Bergen op Zoom aanvoeren, voorafgaand aan het planten van de spruitkool. De grond was laat geploegd, gevolgd door sterk drogend weer. De bovenlaag droogde erg snel uit, zonder extra vocht was planten onmogelijk. “Ik geloof dat we voor die beregeningsactie € 1.300 tot € 1.500 per hectare kwijt waren, voor 20 millimeter.”
De ploeg is inmiddels vervangen door een niet-kerende bouwvoorlichter en de plantmachine werd aangepast met schijven aan de voorkant van elk plantelement. “Blij dat we dat gedaan hebben.”
Lees verder onder de foto‘s
Koolmot speelt op
Voor nu is het afwachten totdat het gaat regenen, en hopen dat de van nature opdrachtige grond – “dat is een geluk” – in staat blijft voldoende vocht van onderaf aan te voeren. Daarbij is ook duidelijk dat verschillende rassen verschillend reageren. “Een ras als Albarus staat er nu zielig bij. Maar die heeft nog voldoende groeitijd om de achterstand in te lopen.”
De gewasbescherming is lastig. Koolvliegen en slakken houden zich gedeisd. Het is vooral de koolmot die opspeelt. Spuiten kan wel, maar met twijfel over de werkzaamheid van de middelen; vanwege de lichtintensiteit, de temperatuur én de aanzienlijke dikte van de waslaag op de planten. Het gewas ‘kijkt’ overduidelijk met een lichtgrijze zweem.
Plantuien
Afwachten geldt ook voor Sonnevelds andere teelten. Daar horen ook rooibare plantuien bij. Daar is eveneens eerst vocht voor nodig, omdat de grondkluiten eerst zacht moeten zijn. “Je zou daar eventueel nog wat kunnen doen met slootwater, maar behalve dat dat niet meer mag, is extra zout ook niet goed voor je land.”
Pittig klusje onder brandende zonBij vruchtboomkwekerij De Batterijen in Ochten moet in zo’n 20.000 wilde onderstammen een tamme knop van het stoofperenras Gieser Wildeman worden geënt. Dat gebeurt met de hand, bukkend en buigend in de brandende zon. Gelukkig voor de vakantiewerkers was dit klusje klaar voordat de temperaturen boven de 30 graden stegen. |
➤ Tomatenteler Van Adrichem: wateraansluiting vergroot
Ook het Zeeuws-Vlaamse tomatenbedrijf van Sjoerd van Adrichem heeft te maken met het verzilte oppervlaktewater.
“We zitten hier nu 5 jaar en we hebben al 4 keer een watertekort gehad in de zomer”, zegt Sjoerd van Adrichem van Van Adrichem Kwekerijen (ook met tomatenkassen in De Lier en in Steenbergen). “Tot op heden konden we het nog oplossen met het vergroten van onze waterleidingaansluiting.”
Dat vergroten van de aansluiting ging van de aanvankelijke capaciteit van 7 kuub per uur naar 14 kuub per uur begin 2017 en begin dit jaar naar 20 kuub per uur. “Maar zelfs met die vergrote diameter van de vaste leiding zou het bassin nu leeg zijn geweest, als die tijdelijke brandkraan er niet bij was gekomen.”
Van deze oplossing zegt waterbedrijf Evides echter nu al dat die eenmalig is. Dit gebied is gericht op duurzaamheid en het gebruik van drinkwater is geen duurzame oplossing.
“We zijn met alle tuinders hier in het gebied nu dus op zoek naar een structurele oplossing. Het leidingwater dat wij nu gebruiken, is Maaswater uit de Biesbosch dat Evides eerst tot drinkwater bewerkt. Als wij een deel van dat water onbewerkt kunnen afnemen, dan kunnen we zelf met onze UV-installatie en met omgekeerde osmose of ultrafiltratie het natrium, chloor en bicarbonaat eruit halen. En met het waterschap zouden we dan moeten kunnen afstemmen waar we met het brijnwater kwijt kunnen.”
Spuiwater zou schoner zijn dan oppervlaktewater
Omgekeerde osmose van bronwater is in dit gebied nog niet toegestaan. Maar aangezien het oppervlaktewater hier sowieso erg zout is, zou het spuiwater uit de kassen naar alle waarschijnlijkheid eerder schoner dan vuiler zijn dan het oppervlaktewater. “Linksom of rechtsom, voor 1 maart volgend jaar moeten we een duurzame oplossing voor onze watervoorziening draaiend hebben”, stelt Van Adrichem.
Voor nu is het hopen op regen. Want anders komt het moment naderbij dat de waterdruk in de leidingen zo laag wordt dat moet worden gekozen tussen huishoudens en bedrijven.
➤ Vollegrondsgroenteteler Kouwenberg: beregeningsinstallatie als weersverzekering
Dat het niet overal zucht en zorg is, bewijzen de bosuien van Gerard Kouwenberg in het Oost-Brabantse Beek en Donk. Die lijden niets.
Er zit ook geen meeldauw in, want daar zijn de weercondities niet naar. In de bleekselderij zitten wel wat zwarte harten, maar dat mag geen naam hebben. Alleen de andijvie is lastig, niet vanwege de droogte maar vanwege warmteschot.
Hoewel al zijn teelten op zandgrond staan, is de droogte goed uit te houden, stelt Kouwenberg vast. Hij heeft voor zijn andijvie, bleekselderij en bosuien 4 teeltblokken in gebruik, variërend van 8 tot 15 hectare. Om het verplaatsen van beregeningsapparatuur tot een minimum te beperken, staat op elk blok een haspel.
“We hebben één beregeningsunit per gemiddeld 10 hectare, met een stationaire pomp voor de watervoorziening. Geen trekkers, want die kun je minder goed beveiligen tegen technische storingen, en het reguliere werk moet ook gewoon door blijven gaan. Voor de bleekselderij hebben we ook nog een ondergrondse beregening.”
Kosten beregenen
Er hangt wel een stevig prijskaartje aan, want het laten draaien van de 4 regenunits kost wekelijks zo’n € 5.000 aan brandstoffen, arbeid en storingen, waarvan het lijkt dat die zich vooral ’s nachts voordoen.
“Dat zijn extra kosten waarvan eigenlijk zeker is dat er amper wat van terugkomt. Een vaste stelregel is dat we dagelijks minimaal 10 millimeter water kunnen geven, daar hebben we bewust in geïnvesteerd. Met grond zonder watervoorziening kunnen we niets. Onze nieuwe haspel hebben we dit voorjaar nog aangeschaft. Het is te beschouwen als een weerverzekering, een die zich in een jaar als dit bewijst.”
Beregenen met grondwater
Oppervlaktewater onttrekken is rond het Brabantse Beek en Donk jaarrond verboden. Al het water komt uit de grond, met een royaal ijzergehalte. “Je ziet het aan de andijvie, die krijgt bruine nerven, en ook aan de bleekselderij, daar komt een gloed overheen. Zou je tussendoor een regenbui krijgen, dan zie je dit beeld niet. De grotere gewassen proberen we alleen ’s nachts te beregenen, zodat er zo min mogelijk aanhangend water verdampt. De kleinere gewassen doen we overdag.”
Waar mag je niet beregenen? Bekijk het overzicht
Sproeikringen
In de bleekselderij valt bovendien op dat er groeikringen ontstaan. “Dat komt door de ondergrondse regenleidingen met vaste sproeiers. Je ziet feitelijk het verdeelpatroon van de sproeiers. We halen die onregelmatigheid eruit door de bleekselderij ook met de haspel te beregenen.”
Met name bleekselderij vraagt veel vocht, daar gaat per dag gemiddeld 20 millimeter water op. “Je moet niet alleen de bovenlaag nat maken, maar de hele teeltlaag. We controleren met een visiteerijzer, het vocht zit tot op 50 à 60 centimeter diepte. Niemand zit op zulke droogte te wachten, maar we kunnen het tot nu toe voor de gewassen nog goed opvangen.”
➤ Bloemkoolteler Slootmaker: ploegen haalt vocht naar boven
André Slootmaker teelt bloemkool op Schouwen-Duiveland (Zeeland). Een deel van zijn winterbloemkool haalde het niet tot de oogst.
Of de nieuwe plantjes het gaan halen, is ook zeer onzeker. Ze moeten dwars door de droogste zomer ooit op eigen kracht aanslaan en weggroeien, zonder extra vocht. Voor het planten ploegt Slootmaker de grond ‘om vocht naar boven te halen’.
Een deel van dit vocht zal verdampen, maar Slootmaker rekent erop dat de teeltlaag toch vochtig genoeg blijft om de nieuwe planting aan de gang te krijgen. Door de ‘opdrachtige’ grond moeten de plantjes dan met hun wortels het opkruipende grondwater kunnen bereiken.
➤ Aardbeienteler Van Meer: elk uur van de dag bezig met water
De moeite die je moet doen om aan personeel te komen, de hitte en de droogte; “een dramajaar, dat is het”, vindt Jan van Meer in Breda. “Op deze manier is het gewoon niet gezellig meer.”
Voor het weekend van 14 en 15 juli werd nog neerslag verwacht. “We hebben die zaterdag en zondag meteen 10 hectare tunnels gezet om de plantingen te beschermen. De aangekondigde neerslag viel die zondagavond: 2 millimeter, nog niet eens genoeg om het stof op de grond te houden. Voor de de rest van de maand zat er geen neerslag meer in de voorspelling.”
Elk veld waar Van Meer aardbeien heeft staan, heeft een eigen grondwatervoorziening met een installatie om het grondwater te ontijzeren. Dat is in een jaar als dit nog een geluk, stelt hij vast. Maar dat neemt de spanning niet weg: “Je bent elk uur van de dag met water bezig, al weken achtereen.”
Elke teelt moet de eerste 2 à 3 weken vochtig gehouden worden met sproeiers, daarna wordt overgeschakeld op druppelbevloeiing. “We telen op met folie afgedekte ruggen. Je kunt met druppelslangen heel precies water geven, dat doen we nu voor het 3e jaar.”
Zwaar voor personeel
Behalve voor de ondernemer zelf, is het ook zwaar voor het personeel. “We beginnen ’s morgens om 5:30 uur met plukken, we gaan door tot 12:30 uur. Met dit weer moet je in de middag niet in een tunnel werken.”
“Voldoende drinken is belangrijk. Op alle werkplekken hebben we containers met gekoeld drinkwater staan. We hebben een vast persoon die alleen daarmee bezig is: containers vullen, in de koelcel rijden en zorgen dat er continu overal voldoende koude voorraad staat.”
Aardbeienplanten doorstaan het weer redelijk
De teelten slaan er zich nog redelijk doorheen. “Over het algemeen zijn het mooie gewassen, maar de vruchten rijpen te snel af, de warmte zorgt voor te kleine vruchten. En voor trips, hoe kan het anders met dit weer.”
Medeauteur: Joost Stallen