Droge zomers, wellicht het nieuwe normaal. Het is een probleem waar iedereen tegenaan loopt: op plekken waar zoet(grond)water schaarser wordt en op plekken waar zoetwater zeker niet vanzelfsprekend is. Hoe gaan telers in Zeeland om met dat nieuwe normaal?
Droog is het, al is die droogte nog niet zo groot als in 2018. Begin augustus was het gemiddelde neerslagtekort volgens het KNMI 220 millimeter, dat zal verder oplopen tot 258 in het midden van deze maand (Bekijk op KNMI.nl de actuele droogtekaartjes en -grafieken).
En dus wordt overal intensief beregend. Of wat nauwkeuriger gezegd: overal wordt intensief beregend waar er mogelijkheden voor zijn. Want in grote delen van Zeeland gooit het hoge zoutgehalte in het grond- en/of oppervlaktewater roet in het eten.
1. Sander de Visser: Water van de buurman
In het najaar en in de winter zit je voor groenteteelten op Walcheren wel goed, vanwege de lengte van het groeiseizoen en de beperkte vorstkans. Dit voorjaar zat tussen de laatste herfstbloemkool en de eerste winterbloemkool slechts drie weken, vertelt Sander de Visser. Het familiebedrijf ligt in Gapinge, vlakbij Middelburg.
Het is eind juli, vandaag is hij bloemkool aan het snijden in het ras Guideline. Het warme weer van de laatste week heeft ervoor gezorgd dat de bespuitingen tegen rups sneller zijn uitgewerkt dan verwacht. Hierdoor is er in deze planting vlak voor de oogst veel schade van rupsen ontstaan.
Een week eerder viel er 20 millimeter regen. Dat was prima voor dat moment, maar over het seizoen gezien eigenlijk niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat. “Sinds april is het eigenlijk al droog. Dat was al zo met het aardappelen poten, en we merken het nu iedere keer weer met het planten van bloemkool.”
Rioolzuivering
Anders dan bij enkele collega’s heeft De Visser nergens op het bedrijf ondergrondse watervoorraden liggen. “Was dat maar zo.” Via die weg zijn er in tijden van droogte dus geen mogelijkheden om aan vocht te komen. Het alternatief komt van een camping, die ligt op een steenworp afstand van het bedrijf van De Visser.
De campingeigenaar heeft recent een systeem voor rioolwaterzuivering gemaakt. Dat is nog niet operationeel, maar het bijbehorende waterbassin wordt al wel gebruikt voor de opvang van regenwater. “Dat water kunnen we dus afnemen. Daar hangt wel een prijskaartje aan, maar dat is logisch gezien de kosten die voor de zuiveringsinstallatie zijn gemaakt. Als alles werkt, zou het gezuiverde water nog schoner zijn dan het water van een installatie van het waterschap. Dat is mooi.”
Het betekent wel dat het vocht weloverwogen moet worden ingezet. “Als dat nodig is, geven we na het planten 10 millimeter op de gewasrij. Vlak voor de oogst sproeien we weleens volvelds een hoeveelheid water. Dat doen we met een giertank, vanuit de rijpaden. Voor bloemkool kun je zo nog wel wat doen.”
Andere mogelijkheden
Ervan uitgaande dat er meer droge zomers gaan volgen, kijkt De Visser ook naar andere mogelijkheden, zoals druppelslangen. Echt enthousiast is hij er niet over, mede gezien het extra werk en de kosten. “Maar wil je hier blijven telen, dan moet je wel wat doen.”
2. Werner en Henry Louwerse: Ondergrondse wateropslag
De bedrijven van Sander de Visser en van Werner en Henry Louwerse in Serooskerke (Tuinderij Lobros) liggen hemelsbreed slechts enkele kilometer uit elkaar. maar anders dan bij De Visser beschikken de broers Louwerse wel over ondergrondse watervoorraden, zelfs op drie locaties.
Lees verder onder de foto‘s
Werner Louwerse is op een van die plekken net klaar met het afstellen van een regenboom. Het is een van de twee exemplaren op het bedrijf, met een aanzienlijk betere nauwkeurigheid van de waterverdeling dan een kanon. Het 54 meter breed werkende apparaat staat in bloemkool. Zo wordt in een vol gewas in een beurt tot wel 30 millimeter gegeven.
In venkel, het andere gewas van Werner en zijn broer, blijven de giftgroottes beperkt tot zo’n 10 millimeter, om naast de beschikbare hoeveelheid water voor het gewas, ook het klimaat in het gewas voldoende vochtig te houden.
‘Blijer dan jij’
Ook hier geldt dat elke druppel natuurlijke neerslag welkom is. Louwerse wordt wat dit betreft deze juli-ochtend op zijn wenken bediend, want tijdens het beregenen, passeert er ook een flinke regenbui. Die maakt dat de verslaggever van Groenten & Fruit er in zijn zomertenue al snel verzopen bij staat. Louwerse ziet er de humor wel van in: “Ik denk dat ik van deze regen blijer wordt dan jij”, wrijft hij – in regenbroek – nog even in.
Peilgestuurde drainage
Dat Tuinderij Lobros over water voor beregening kan beschikken, hangt in het kort samen met twee initiatieven waarbij het bedrijf is betrokken: het project Waterhouderij Walcheren, en de ondergrondse wateropslag die samen met een buurbedrijf is opgezet.
De waterhouderij is een omvangrijk project op het eiland, erop gericht zo veel mogelijk water vast te houden. Dat gebeurt door voor het oppervlaktewater hogere waterpeilen aan te houden en door de opslagcapaciteit in de bodem met peilgestuurde drainage zo veel mogelijk te benutten.
De vraag is hoeveel locaties op Walcheren geschikt zijn voor ondergrondse opslag
Voor de ondergrondse wateropslag wordt zoet(regen)water in de bodem geïnfiltreerd. Dat vormt een bel tussen het van nature aanwezige zoutwater. Voor het ontstaan van deze balans tussen zoet- en zoutwater moet de opbouw van de ondergrond wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het bedrijf kan – na het begin in 2013 – inmiddels op drie locaties water uit de grond halen.
Louwerse is er enthousiast over. “Ik denk dat we nog heel ver kunnen komen. De vraag is hoeveel locaties op Walcheren geschikt zijn voor deze aanpak. En hoeveel water je beschikbaar krijgt.”
Om het inzicht daarin te vergoten wordt de wateropslag intensief gemeten en gevolgd. Dat moet inzicht geven in de groei van de watervoorraad door infiltratie en moet duidelijk maken hoeveel hiervan gebruikt kan worden zonder dat de kwaliteit van de voorraad wordt aangetast. Duurzaam waterbeheer dus.
Harde keuzes maken
Voor het eigen bedrijf denkt Louwerse jaarlijks 40.000 tot 60.000 kubieke meter zoetwater nodig te hebben. Met dat volume is het minder noodzakelijk om harde keuzes te maken over waar wel en waar niet bevochtigen. Nu moet dat soms nog wel. “Dat besef is er altijd. Daarom gieten we de jonge planten aan het begin van een teelt nog steeds vaak op de rij aan.” Bassins aanleggen wordt vanwege de grote benodigde oppervlakte niet als een optie gezien.
Peilgestuurde drainage past wel. “Reken daarvoor op € 2.500 per hectare, dat is twee keer zoveel als voor gewone drainage. We hebben 17 hectare peilgestuurd gedraineerd, waarvan – samen met de buurman – 7 hectare voor infiltratie. dat levert 30.000 kuub water op.”
3. Bart Dekker: Superzuinig, ook op organische stof
Er is waarschijnlijk geen andere teler met bloemkool en broccoli die zijn planten dieper in de grond zet dan Bart Dekker in Westkapelle: om er zeker van te zijn dat de plantvoet direct contact maakt met de vaste ondergrond. Elke plantrij komt zo ook tussen twee dijkjes te liggen, zodat water niet langs de zijkanten kan afstromen. Het dient allemaal om zo een maximale buffer te creëren voor vocht. Is vocht nodig en blijft natuurlijke neerslag uit, dan worden de plantrijen direct na het planten aangegoten met een flinke plens water.
Eveneens belangrijk voor een zo groot mogelijk vochtvasthoudend vermogen is de hoeveelheid organische stof in de grond. “Daar ben ik superzuinig op, als het even kan, wissel ik de teelten af met een grasgroenbemester.” ‘Superzuinig zijn’ geldt ook voor water. Naast aangieten kan Dekker ook beregenen, dat gebeurt uitsluitend met sproeibomen.
T-tape onder water
Dekkers bedrijf ligt in Westkapelle, op nog geen 3 kilometer van de Noordzeekust, op de kop van Walcheren. Het is een van de plekken in Nederland waar jaarlijks de minste neerslag valt, maar het kan er ook spoken. Dekker had in 2021 een proef met T-tape aangelegd, om het effect ervan te volgen bij droogte. Tape en planten spoelden nog net niet weg.
Nieuw bassin
Het bedrijf ligt ook op een plek waar van nature zoetwater aanwezig is, als een lens die is omringd door zoutwater. Uit een van zijn bronnen mag hij maximaal 5 kubieke meter per uur onttrekken, omdat de bel slechts 14,5 meter dik is. Maar dat volume is te weinig om rechtstreeks mee te beregenen.
Dekker vangt dat euvel tot nu toe op door het water te verzamelen in een mestzak met 350 kubieke meter inhoud. “Voor nood, daar kun je een nachtje mee beregenen.” Direct naast deze zak wordt de laatste hand gelegd aan een aanzienlijke ruimere opslag. Het is een foliebassin voor 4.000 kubieke meter water. “Daar is straks niets meer van te zien, want komt volledig in het groen te liggen”.
De nieuwe opslag wordt behalve met bronwater ook gevuld met water dat vrijkomt uit de peilgestuurde drainage in het aangrenzende perceel. Een 800 meter lange slang moet zorgen voor de wateraanvoer vanuit het bassin naar wat verder weg liggende percelen. Waar dit niet haalbaar is, wekt Dekker met een mobiele watercontainer die fungeert als tussenopslag.
4. Robert Sandee: Voorheen stonden sloten vaker droog
Robert Sandee heeft zijn bedrijf in Kamperland op het Zeeuwse Noord-Beveland, onder andere met de teelt van prei op water en bloemkool en broccoli in de vollegrond. De laatste planting ging tien dagen eerder de grond in.
Bovengronds vertonen de planten nog weinig activiteit, vertelt hij, ze zijn al wel ingeworteld. “Dat is in ieder geval gunstig. De teelt staat op geploegd land. dat is vaak wat vochtiger. Zet je een volgteelt na een eerdere teelt, dan is de grond vaak al flink drooggetrokken.”
In eerdere jaren heeft hij wel gewerkt met T-tape onder zijn aardappelen. Omdat het vocht dan onder het gewas wordt gebracht, heeft het blad in ieder geval niets te lijden van het zout en kun je het gewas aan de praat houden. “Ik deed dat meer voor de gemoedsrust dan voor de opbrengst. Je had er wel veel werk aan, ik ben er daarom mee gestopt.”
Meer water in de sloot
Het grondwater is te zout voor bevochtiging. Op het eiland zijn wat mogelijkheden met water van een waterzuivering, maar daarvoor zit Sandee net te ver weg. Gelukkig houdt het waterschap tegenwoordig het waterpeil in de sloten hoger. Een deel van dit water is regenwater dat in de winter is gevallen. “Het waterschap denkt wel mee, dat is mooi. Voorheen stonden sloten vaker droog.”
Dit slootwater is ook nog zout, maar is wel te gebruiken om planten op de rij te bevochtigen, meteen achter de plantmachine aan. “Dat is ook in de laatste planting gebeurd, met een aangepaste giertank.” Blijft de hamvraag of het goed gaat komen met deze teelten. “We zullen zien.”
Water voor zachtfruit
Sandee teelt ook aardbeien, frambozen en rode bessen in folietunnels, voor in zijn winkel Verscentrum Sandee in Kamperland. Zonder optimale watervoorziening is zeker dat het met deze delicate gewassen niets wordt. De oplossing: twee bassins voor het regenwater dat op de folietunnels wordt opgevangen.
De opslag is toereikend voor maximaal 2.000 kubieke meter. “In 2018 kon ik daar makkelijk mee toe, nu zie ik de bodem van de bassins al. Dat komt door een lek in een ondergrondse leiding.” Met een brede grijns: “Ik zag water uit de grond komen. ik hoopte op een bron, het was dat lek.”