“Het gewas staat er nog fris en fruitig op”, constateert John Ammerlaan in Maasland halverwege week 39.
In week 37 is de kop uit de plant gehaald. “De laatste zetting is wel tegengevallen door het donkere weer. De zon kwam te laat. Als we twee weken mooi weer hadden gehad, dan had alles er aan gezeten.” Het zal van de prijsvorming afhangen of het nog rendabel is om de laatste vruchten groen te oogsten.
Diffuse coating
In week 36 is de diffuse coating van het dek verwijderd, om alle beschikbare licht weer binnen te laten. Het heeft zijn nut bewezen. “Zeker met zo’n hittegolf als met deze zomer. Maar volgens mij geeft het sowieso kwaliteitsverbetering. Ik zal er niet gauw mee stoppen.” De kwaliteit van de geoogste vruchten is goed en de sortering wordt gelukkig weer grover. Hij oogst zo’n 70 procent 85’ers, 20 procent 75’ers en de overige 10 procent 95’ers. “En in week 40 wordt het nog grover, omdat ze langer hangen en wat meer tijd krijgen om te groeien.”
Rustig telen
Omdat er niet meer op zetting gewerkt hoeft te worden, is de voornacht uit de regeling gehaald. Hij houdt een nacht/dag-temperatuur van 18 en 21,5 graden Celsius aan. “Met een maximumbuis van 52 graden. Het heeft geen nut om hard op te jagen. Ze halen het toch wel voor het einde van de teelt. We luchten op 22 graden. Ik laat het niet te heet worden. Om binnenrot te voorkomen gaan we niet potten op de middag. We telen luchtig.” Om binnenrot minder kans te geven, geeft hij per mestbakvulling ook een zak chloorhoudende meststof mee, om het chloride gehalte in het gietwater te verhogen naar ongeveer 6 millimol. “Ik heb het idee dat het meehelpt tegen binnenrot. In regenwater zit zo weinig chloride.”
De watergift is teruggebracht van 3 uur na zonop tot 3 uur voor zononder. Zeker met somberder weer is hij voorzichtiger. “Op een donkere dag hoef ik geen drain te hebben.”
Gaasvliegen
Qua plagen is het aardig rustig. “We hebben alleen een keer wat tegen de rupsen gedaan. Er zitten veel gaasvliegen, die de luis onder controle houden.” Soms was het op het randje, maar elke keer wisten de gaasvliegen, die van buiten kwamen, de luis weer de baas te worden. “Er komt veel slechts de kas binnen vliegen, maar af en toe dus ook wat nuttigs.”
Toppen
Er wordt nog een laatste rondje getopt, en dan is het topwerk klaar. “Op elke plant hangen nog zo’n vijf toppen. Die halen we er nog af. Dan krijgen de bovenste vruchten een beetje licht. Want over een paar weken hangen ze al aardig in het donker.”