“De prijzen voor witlof zijn matig tot slecht”, constateert Ronald Kalter in IJsselmuiden. “Dat komt een beetje door de productie, maar vooral door de marktsituatie. We zijn onvoldoende in staat een vuist te maken.”
Tot zo ver biedt dat geen verrassend inzicht, maar Kalter voegt er vervolgens iets prikkelends aan toe: “Er wordt meer duur dan goedkoop lof verkocht, maar dat gebeurt buiten het zicht om. Op basis van afspraken lukt het wel om rond de 80 cent per kilo te maken. Daarmee wordt een groot deel van de vraag weggehaald. Wat dan nog voor de klok komt, is voor de daghandel, maar is niet genoeg voor degenen die van die klok afhankelijk zijn. Die zichtbare prijzen hebben natuurlijk wel hun effect hebben op die onzichtbare prijsvorming.”