In een rassenproef voor de bewaring van rode kool op het Belgische proefcentrum Inagro kwamen Bandolero, Futurima en Klimaro van de zes geteste rassen als beste uit de proef.
Inagro plantte de rassenproef op 10 juni 2021 op een afstand van 70×40 cm. Op 20 september werd voor de eerste keer geoogst en op 3 november de derde en laatste keer. Bij de oogst scoorden alle rassen kwalitatief heel goed en sorteerden nagenoeg alle kolen in de klasse Flandria. Na 4,5 maanden bewaring oogden de kolen minder goed. Alleen Futurima en Resima hadden volgens het proefverslag van Inagro geen rotte kolen. Qua productie en stukgewicht kwamen Bandolero, Futurima en Klimaro het beste naar voren.
Overzicht van de rassen
Bandolero (Bejo): Veel groeikracht. Het gewas had een ruime plantomvang. De kolen waren uitwendig bleker. Na het pellen was de koolkleur minder donker. Inwendig vertoonden de kolen een kleine pit, minder fijne ribben en een blekere kleur. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.714 gram en de maatsortering was middelmatig. Na 4,5 maanden bewaring toonde het ras minder goed.
Futurima (Rijk Zwaan): Veel groeikracht. Het gewas had een ruime plantomvang en vertoonde bij de oogst wat meer sleet. De kolen waren opvallend hoogrond en uitwendig donker. Na het pellen was de koolkleur donker. Inwendig vertoonden de kolen een grote pit, een minder gesloten structuur en een donkere kleur. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.749 gram en de maatsortering was grof. Na 4,5 maanden bewaring toonde het ras nog goed.
Klimaro (Bejo): Veel groeikracht. Het gewas had een minder ruime plantomvang. De kolen hadden een gekartelde bladrand. Inwendig vertoonden de kolen een kleine pit, fijne ribben en een donkere kleur. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.878 gram en de maatsortering was grof. Na 4,5 maanden bewaring toonde het ras minder goed.
Resima (Rijk Zwaan): Minder groeikrachtig. Het gewas had een minder ruime plantomvang. De kolen waren vrij plat en hadden een vrij groen omblad. Na het pellen was de koolkleur donker. Inwendig vertoonden de kolen een grote pit. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.487 gram en de maatsortering was middelmatig. Na 4,5 maanden toonde het ras nog goed.
Saluda (WS 228) (Wing Seed): Minder groeikrachtig. Het gewas had een minder ruime plantomvang. De kolen hadden een gekartelde bladrand en een vrij groen omblad. Inwendig vertoonden de kolen een kleine pit, een gesloten structuur, fijne ribben en een blekere kleur. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.416 gram en de maatsortering was fijn. Na 4,5 maanden bewaring toonde het ras minder goed.
Travero (Bejo): Minder groeikrachtig. Het gewas had een minder ruime plantomvang en vertoonde bij de oogst weinig sleet. De kolen waren uitwendig bleker en hadden een gekartelde bladrand en een vrij groen omblad. Na het pellen was de koolkleur minder donker. Inwendig vertoonden de kolen een kleine pit en minder fijne ribben. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 2.394 gram en de maatsortering was fijn. Na 4,5 maanden bewaring toonde het ras minder goed.