Doorgaan naar artikel

Zaadbedrijven als belichaming van het kwaad

De gehele zaadwereld congresseerde deze week in Nederland. De internationale pers ging met open mond door het Westland. Schitterende bedrijven en toch zo onbemind, om niet te zeggen gehaat.

Rabobank memoreerde het nog maar eens voor al die half geïnformeerde Haagse hotemetoten: als je de tuinbouw wilt beoordelen op wel of niet waard om er arbeidsmigranten voor naar Nederland te halen, vergeet dan niet de rest van het tuinbouwcomplex om de primaire teeltbedrijven heen. De Nederlandse groentezadenbusiness bijvoorbeeld is goed voor €2 miljard exportwaarde.

Deze week was de hele zaadwereld verzameld in Nederland. De International Seed Federation hield hier haar congres. De koning kwam langs, want de ISF bestond ook nog eens 100 jaar. En dat is best een Nederlands feestje, want zeker als het om groentezaden gaat is Nederland nu, net als 100 jaar geleden toonaangevend.

Het kwaad van het internationaal kapitalisme

Maar de grote namen als Bayer, Basf en Syngenta klinken niet erg Nederlands. En de mannen en vrouwen die het er voor het zeggen hebben spreken doorgaans liever Engels of Duits of Frans. Hoe erg is dat? Volgens sommigen is dat erger dan erg. Want die grote multinationals belichamen het kapitalistisch kwaad. Hun steriele hybride rassen hebben ze verzonnen om de kleine boeren en tuinders afhankelijk te maken. Hun patenten doen daar nog eens een schepje bovenop. Hun gentech is vooral bedoeld om de planten resistent te maken tegen de chemische bestrijdingsmiddelen die deze firma’s óók verkopen.

Boeren en tuinders voelen zich wel eens miskend en slachtoffer van een onterecht slecht imago. De grote zaadbedrijven hebben daar in het kwadraat mee te maken. Om medelijden vragen ze niet. Alleen om ruimte om nog betere groenterassen te mogen blijven maken, die de wereld van plantaardig voedsel kunnen voorzien.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin