Zaadbedrijf liever met ondernemingsraad om tafel

Duurzame inzetbaarheid van personeel op zaadbedrijven is te complex om centraal te regelen.

Liever dan een seniorenregeling met de vakbonden aan de cao-tafel af te kaarten, doen de zaadbedrijven liever zaken met hun eigen ondernemingsraden. Dat stelt Plantum, de koepel van zaadbedrijven in Nederland in een reactie op de vrijdag 23 april door de bonden overhandigde petitie. Daarin roepen 1.165 van de ongeveer 4.000 medewerkers die onder de cao Tuinzaadbranche vallen de werkgevers op om cao-onderhandelingen te hervatten.

Centrale seniorenregeling breekpunt

In een reactie stelt Jaap den Dekker dat het, in de vastgelopen onderhandelingen vorig jaar, eigenlijk helemaal nog niet is gegaan over de afstand tussen het loonbod van 1,5% door de werkgevers en de door de bonden gevraagde 4%. De seniorenregeling waarover de bonden na het sluiten van het nationaal pensioenakkoord het wilden hebben bleek meteen een breekpunt. De cao voor zaadbedrijven liep op 1 januari van dit jaar af.

In de vaak grote en internationaal werkende zaadbedrijven is veel meer dan op teeltbedrijven sprake van een actief en gedifferentieerd personeelsbeleid én van professionele ondernemingsraden. Daarmee worden al langer afspraken gemaakt over hoe medewerkers gezond hun pensioen kunnen halen.

Zware belasting geen generieke probleem

“Uit onderzoeken naar de medewerkerstevredenheid in de bedrijven komt niet naar voren dat er sprake is van een generieke te zware mentale of fysieke belasting. Ook uit een sectoronderzoek naar Duurzame Inzetbaarheid van Stigas in 2019 is dit niet gebleken”, stelt Den Dekker. Dit betekent niet dat er geen individuele knelpunten zijn, erkent hij. “Werkgevers zijn daarom bereid kaders af te spreken om individuele situaties waarin te zware fysieke of mentale belasting speelt op te lossen.”

Den Dekker verwacht wel dat de onderhandelingen de komende weken wel weer zullen worden hervat. “Plantum en de werkgevers in de zaadbranche willen graag een nieuwe cao afsluiten en we zijn steeds bereid tot overleg mits er ruimte is voor maatwerk.”