De witlofwortels zijn rond 20 oktober over het algemeen genomen aan de fijne kant. Door de hoge temperaturen is de afrijping nog niet in volle gang. Naar verwachting worden in ieder geval in België de meeste wortels tussen half en eind november gerooid.
In de Noordoostpolder zijn de witlofwortels over het algemeen wat grover dan bijvoorbeeld in Zuidwest-Nederland of in België en Frankrijk. Dat komt met name omdat de wortels in de polder minder last hebben gehad van de droogte. Wel zitten er meer fijne wortels tussen dan gebruikelijk, maar in Zuidwest-Nederland en in België en Frankrijk is de uniformiteit nog veel verder te zoeken. Vooral percelen waarop niet beregend kon worden, hebben het zwaar te verduren gekregen. Dat werd duidelijk op een bijeenkomst van vollegrondsgroente.net vorige week in Creil.
Maand groeiachterstand
De geluiden die uit België komen spreken van een maand achterstand in groei. Met uitzondering van de vroegste rassen wordt er nog niet gerooid. De wortels zijn gewoonweg nog onvoldoende afgerijpt. Daarom worden de meeste wortels in België pas tussen half en eind november gerooid.
Screeningsonderzoek herbiciden
Onderzoeker Thijs Brouwer van Delphy deed op verzoek van Witlofcoöperatie Witcop screeningsonderzoek van herbiciden. De reden is dat aan de toelating van Safari en Bonalan op korte of wat langere termijn een einde komt en het pakket aan middelen dan krap wordt. In samenwerking met de fabrikanten van enkele middelen kijkt Brouwer in het screeningsonderzoek naar middelen die al een toelating hebben, zoals bijvoorbeeld in een aan witlof verwant gewas als chicorei, maar nog niet in witlof.
Hoopvolle eerste resultaten
De fabrikanten hebben toegezegd dat als uit het screeningsonderzoek blijkt dat hun middel goede resultaten geeft en witlof het middel goed blijkt te kunnen verdragen, dat ze dan een aanvraag voor toelating willen gaan doen. De eerste resultaten stemmen hoopvol, van de vier middelen hebben er een paar perspectief. Er volgt nog een proef in de trekkerij en alle resultaten zullen met de fabrikanten besproken worden voor een vervolgtraject.