Spanje is weer een grotere komkommerleverancier in Duitsland dan Nederland. Bij kleine leveranciers schommelt het. Dat blijkt uit importcijfers van Duitse onderzoekers van overheidsdienst BLE.
De Duitsers voerden in 2019 circa 528.000 ton komkommers in, de grootste invoer in in ieder geval vijf jaar.
Spanje heeft op de Duitse komkommermarkt de koppositie terug, nadat Nederland in 2017 die positie had overgenomen. Met 244,6 duizend ton heeft Spanje in 2019 duidelijk afstand genomen van Nederland als grootste leverancier. Nederland leverde 218,7 duizend ton dat jaar. De Spaanse volumes namen een kwart toe, zo valt uit deze cijfers op te maken.
De forse groei wordt niet verklaard uit de Duitse cijfers. Zowel aan vraag- als aanbodzijde zijn mogelijke verklaringen aan te wijzen voor een grotere productie en invoer (hete zomers en productieverschuiving van tomaat naar komkommer). De Nederlandse aanvoer komkommer op de Duitse markt is overigens redelijk stabiel.
Bij de kleinere landen zijn Servië en Turkije in opkomst, net als Polen. Positie werd verloren door Oostenrijk, België en Griekenland, blijkt uit de cijfers. Ook Italië en Hongarije hebben de focus op de Duitse markt losgelaten, zo blijkt.
Aandeel 87,5%
Spanje en Nederland hebben de markt stevig in handen. Met 462.000 ton op een totale invoer van 528,8 duizend ton hebben de landen een marktaandeel van 87,5%. In 2015 was dat overigens een gelijk percentage.