De vennoten van een vennootschap onder firma (vof) of maatschap zijn in beginsel vrij de winst naar eigen inzicht te verdelen.
Als de winstverdeling waartoe de vennoten hebben besloten op zakelijke gronden berust, volgt de belastingheffing de gekozen winstverdeling. Als de winstverdeling niet zakelijk is, wordt de winstverdeling voor de belastingheffing niet gevolgd. De winstverdeling wordt dan gecorrigeerd naar zakelijke verhoudingen.
Ideale winstverdeling
Het maakt voor de totale belastingdruk nogal uit hoe de winst verdeeld wordt. Door met de winstverdeling ‘te schuiven’, kunnen er progressievoordelen behaald worden. Ook heffingskortingen zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Al met al kan een verstandige manier van winsttoedeling duizenden euro’s aan belastingbesparing opleveren. En dan hebben we het nog niet eens over de vele andere regelingen die afhankelijk zijn van de hoogte van het inkomen. De meeste accountantskantoren hebben rekenprogramma’s waarmee de ideale winstverdeling berekend kan worden.
‘Er kan niet willekeurig met winsten geschoven worden’
Alert op verschuiving in familie
Maar er kan niet willekeurig met winsten geschoven worden. En dat wil je vaak ook niet. Je gaat niet zomaar wat meer winst aan je mede-ondernemer toeschuiven. Maar in familieverhoudingen – en dan met name bij man-vrouwmaatschappen – ligt dat heel anders. Of nu de man of de vrouw wat meer of minder winst toebedeeld krijgt, zal in veel gevallen niet uitmaken. Vandaar dat met name bij samenwerkingsverbanden tussen familieleden de inspecteur alert is op dit soort verschuivingen. De winstverdeling moet immers zakelijk blijven. Het zonder meer toerekenen naar het fiscale optimum is niet toegestaan.
Groot grijs gebied
Maar wat is nu een zakelijke winstverdeling? Dat is heel erg lastig te bepalen. Ik heb regelmatig een discussie hierover gehad en ook bij de fiscale rechter hierover geprocedeerd. En iedere keer bleek opnieuw dat de rechters het ook niet weten. De rechters stuurden ons de gang weer op om alsnog een compromis te sluiten (wat ook iedere keer lukte). Je kunt wel stellen dat er dus sprake is van een groot grijs gebied. De inspecteur kan niet zomaar zeggen dat een winstverdeling onzakelijk is, want als de inspecteur dat stelt dan moet hij dat vervolgens ook nog bewijzen. En deze bewijslast is in de praktijk heel erg lastig. Daarom hebben de vennoten een grote mate van vrijheid bij de bepaling van hun winstverdeling. Maak daar gebruik van maar maak het niet te gek. Het grijze gebied is immers niet oneindig.