Hoe ver moet je met de spuit afblijven van nabijgelegen woningen? Dat is overal anders. Bij gebrek aan landelijk beleid is er een wildgroei aan afstandsregels en daar is niemand bij gebaat.
Er is geen landelijke regeling over spuitvrije zones tussen landbouwpercelen en nabijgelegen woningen. Telers en gemeenten moeten meestal onderling iets regelen. Daar zijn ze niet blij mee, want het brengt veel onzekerheid. “We merken dat fruittelers in onze gemeente zich ongemakkelijk voelen”, zegt de Houtense wethouder Hilde de Groot. Telers en gemeenten moeten voor het bepalen van een spuitvrije zone een goede onderbouwing maken. “Daarna gaat iedereen bidden dat de Raad van State het goedkeurt”, aldus de wethouder.
De Raad van State wijst al vele jaren in zijn uitspraken over spuitvrije zones op het ontbreken van een landelijke regeling. Vanwege het gebrek daaraan worden de uitspraken van de Raad over de afstandsnormen en spuitvrije zones maatgevend voor telers en gemeenten. De rechter komt zo ongewenst op de stoel van de bestuurder te zitten, want het Rijk is in feite nalatig.
Vuistregel: 50 meter
In 1996 kwam Gelderland met een planologisch advies aan zijn gemeenten om een spuitvrije zone van 50 meter aan te houden. De Raad van State vond die afstandsnorm redelijk en sindsdien hanteert ze 50 meter als een vuistregel.
Dit duurt dus al 25 jaar. Maar waarom is die landelijke regeling er nog steeds niet? Het antwoord is onbekend. Politieke redenen? De voorbije regeringen lieten graag lokaal de zaken regelen. Ze gooiden die plat gezegd over de heg van de gemeenten. Veel gemeenten hebben hier een eigen invulling aan gegeven. ‘Bij gebrek aan wettelijke bepalingen is er door de jaren heen een wildgroei aan regelingen ontstaan’, staat ook in een beleidsnota voor fruittelers in de gemeente Houten.
De gemeenten moeten het doen en de Raad van State oordeelt. De lijst van door de Raad vernietigde gemeentelijke besluiten over spuitvrije zones is lang. Vernietigingen door gebrek aan deskundigheid en verkeerde belangenafweging. Het vak van gemeenteraadslid is nog steeds een bijbaan, zonder een leger aan politiek assistenten of deskundigen.
Lees verder onder foto
Verbazing
April vorig jaar. De Raad van State behandelt bezwaren tegen een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Maasdriel. Dit plan bevat een regeling voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Met een afstandsnorm: nul meter bij het plaatsen van een haag en het gebruik van speciale spuitdoppen.
De rechters van de Raad van State vallen om van verbazing. Niet omdat Maasdriel hun vuistregel opzij schuift. Maar omdat de loper wordt uitgelegd voor toekomstige conflicten. Telers mogen tot aan de schutting met de buren spuiten. Dat lijkt een groot voordeel voor telers. Maar buren die in hun tuin in aanraking komen met gewasbeschermingsmiddelen, zullen waarschijnlijk niet stil blijven zitten en gaan klagen.
In dit geval gebeurde dat niet. De regeling werd goedgekeurd, want geen omwonende had bezwaar gemaakt. En ZLTO, dat aanvankelijk ook bezwaren had ingediend, krijgt volgens de Raad zelfs meer dan waar het om heeft gevraagd. Maar wat als omwonenden wel bezwaar hadden gemaakt? Dan had het heel anders kunnen lopen. Volgens de Raad van State heeft Maasdriel met zijn regeling de regie uit handen gegeven. De gemeente kan nu niet meer per geval beoordelen wat de beste oplossing is.
Telers vaak in onzekerheid over spuitvrije zones naast woningen
Advocaat Charles van Mierlo, woordvoerder van LTO en andere telersorganisaties, is voorstander van flexibiliteit. “Waar het kan, moet ook nul meter afstand bespreekbaar zijn. Je zult vergeefs zoeken naar rapporten waarin staat ‘die 50 meter moet echt, omdat het anders medisch gezien niet verantwoord is’. Die rapporten zeggen wel dat verdere stappen nodig zijn in verduurzaming en dat kritisch gekeken moet worden welke middelen te gebruiken.”
LTO-woordvoerder André Rotteveel vindt een planologische regeling met een afstandsnorm helemaal niet nodig. Hij noemt dat dubbelop, omdat bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb het gebruik al goed is geregeld. Maar de Raad van State vindt het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen óók een planologisch probleem dat moet worden opgelost.
Opletten bij nieuwe activiteiten naast je perceel
Is er een landelijke afstandsnorm?
Ja en nee. De Raad van State heeft een vuistregel: 50 meter afstand, maar die heeft geen kracht van wet. In de praktijk is er veel ruimte voor afwijkend gemeentelijk beleid.
Kan een spuitvrijezone afgedwongen worden voor bestaande woningen?
Nu eigenlijk niet, maar in de nieuwe Omgevingswet wordt het voor gemeenten makkelijker om spuitvrije zones af te dwingen in bestaande situaties, aldus oud-staatsraad Koeman. Hij zwakt dit ‘gevaar’ tegelijk wel af. Hij denkt aan een landelijke regeling waarbij bestaande rechten tijdelijk blijven bestaan of vervallen als de teler met zijn bedrijf stopt.
Als er nieuwbouw naast mijn perceel komt, komt er dan een spuitvrije zone op mijn grond?
Nee. Geplande nieuwbouw moet in principe op 50 meter komen te staan van de bestaande teeltgronden. Tenzij een gemeentebestuur aantoont dat de woningbouw op kortere afstand geen probleem is. Als teler moet je dus goed blijven opletten en bezwaar maken als je denkt dat je in je rechten wordt aangetast.
Milieuroute
De agrarische sector werkt intussen zelf aan duurzame ontwikkeling. In de gemeente Westerveld, waar veel discussie is over lelieteelt, loopt nu een proefproject, onderdeel van een landelijk programma om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verduurzamen en af te bouwen. Volgens wethouder Jelle de Haas heeft zijn gemeente het Rijk gewezen op het lokale probleem met gewasbeschermingsmiddelen. “LNV heeft dit opgepakt. We worden in Nederland aangemerkt als een voorbeeldgemeente.”
Maar volgens Michiel van de Kasteelen, fractieleider van Progressief Westerveld, is het proefproject te veel gericht op de landbouw-technische kant. “Dat is op zich niet onbelangrijk, altijd goed om dat uit te zoeken. Maar het probleem is dat het erg langzaam gaat.”
Volgens Van de Kasteelen ontbreekt in de proef de ruimtelijke ordening, de afstandsnorm. De gemeente wil zich daar niet aan branden, zegt hij. “Terwijl dat voor de omwonenden en organisaties als Meten = Weten essentieel is.”
Westerveld heeft wel een overeenkomst met onder andere telers, gemeente en omwonenden met een afstandsnorm van 20 meter tot de gevel van omliggende woningen. Volgens de wethouder is die overeenkomst een onderlinge afspraak zonder juridische gevolgen voor anderen.
Houten trok beleid weer in
De gemeente Houten kwam in 2015 met een spuitzoneregeling voor fruittelers. Daarin een spuitvrije zone van 50 meter met ruimte voor maatwerk, aansluitend op de vuistregel van de Raad van State. Voor dat maatwerk, waarbij een kortere afstand gevraagd wordt, eist de Raad wel een wetenschappelijke onderbouwing. Een locatiespecifiek onderzoek waaruit blijkt dat een kortere afstand tussen een boomgaard en woningen geen kwaad kan.
Vuistregel is 50 meter afstand, maar gemeenten kunnen afwijken
Maar dat beleid is weer ingetrokken, omdat het gebaseerd was op rapporten die de Raad ongeschikt vond voor een locatiespecifiek onderzoek. De fruittelers en de gemeente Houten moeten nu het wiel weer zelf uitvinden.
In de ingetrokken beleidsnota staat dat een landelijke regeling de voorkeur heeft van de fruittelers in Houten en de gemeente zelf. En volgens wethouder Hilde de Groot is dat nog steeds zo. Ook Houten werkt nu met een convenant tussen fruittelers en omwonenden. “Dat is eigenlijk een communicatieregeling. De fruittelers doen daar van harte aan mee. Die zeggen ‘het is ook in ons belang dat er geen ruis ontstaat’. Daar is het convenant voor.”
Landelijke regie gevraagd
“We snakken echt naar landelijke normen, want je kunt niet alle 352 gemeenten zelf laten knutselen”, zegt Hilde de Groot. Michiel van de Kasteelen: “Wat je niet moet doen als overheid, is zeggen ‘daar zijn de telers en daar zijn de omwonenden. Gaan jullie het maar gezellig met elkaar oplossen. Wij willen daarbij als overheid hooguit voor de koffie zorgen. Jullie komen er wel uit.’ Dat is niet de weg die we gaan moeten, omdat die overheid zelf daar een fundamentele rol in speelt.”
Onderzoek betaald door LNV in Westerveld legt de zorgen bloot over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Bij omwonenden vanwege hun gezondheid, bij telers vanwege onzekerheid over het voortbestaan van hun bedrijf. En hun gezamenlijke zorg: verdeeldheid die de lokale gemeenschap splijt. “Dit lossen de omwonenden en telers niet samen op. Ze vinden dat niet (meer) een zaak tussen teler en omwonende, maar een verantwoordelijkheid van de (rijks)overheid”, is de conclusie.
Beschermd door overgangsrecht
Tweede Kamerleden vroegen minister Schouten in meerdere moties om een landelijke regeling. Maar de minister hield de boot af. Ze stelde dat het juridisch niet kan vanwege rechten van telers in bestaande situaties. Die worden beschermd door zogeheten overgangsrecht.
Daarop liet de Tweede Kamer oud-staatsraad Niels Koeman onderzoek doen. Zijn conclusie: onder de oude Wet Ruimtelijke Ordening kun je in bestaande situaties lastig ingrijpen. Onder de nieuwe, dit jaar in werking tredende, Omgevingswet is het wel mogelijk om in te grijpen in bestaande rechten van telers.
Juristen pleiten voor duidelijk landelijk beleid
Toch zegt LNV: “Het is niet mogelijk om krachtens de Omgevingswet generiek spuitvrije zones aan te wijzen in relatie tot mogelijke volksgezondheidsproblemen voor omwonenden. Deze wet biedt echter wel de mogelijkheid om in een omgevingsplan voor specifieke middel-teeltcombinaties een spuitvrije zone aan te wijzen.”
Schouten ontkent dus de bevindingen van Koeman en speelt de bal terug naar de gemeenten. Die kunnen in hun omgevingsplan een spuitzone opnemen. Ze belooft wel wetenschappelijk onderzoek waarmee gemeenten afwijkingen van de vuistregel van de Raad kunnen onderbouwen.
Ook Koeman wil liever een rijksregeling dan een lokale regeling. Hij heeft minder vertrouwen in gemeenteraden. ‘Maasdriel’ bewijst dat.