Vlak voor de start van de onderhandelingen over een klimaatakkoord waarschuwt minister Erik Wiebes vooral CO2-maatregelen te bespreken tegen de laagste kosten.
Het Klimaatakkoord volgt op het eerdere Energieakkoord uit 2013 en beide hebben consequenties voor de glastuinbouw. Wiebes heeft de afgelopen maanden veel bedrijven gesproken over het Klimaatakkoord en veel concrete en vergaande ideeën gehoord. “We staan voor een enorme opgave. Ik denk dat die haalbaar is, maar dan moeten we wel voldoen aan een paar cruciale voorwaarden. De belangrijkste is het beperken van de kosten. Want zoals de liefde door de maag gaat, zo gaat draagvlak door de portemonnee. We moeten dus verstandige keuzes maken.”
Overheid nu meer regie
De partijen (waaronder de glastuinbouw en geothermiebranche) praten dit voorjaar aan vijf sectortafels over maatregelen om megatonnen CO2 te besparen en daarbij scherp op de kosten te letten. Die verdeling van de kosten ligt bij het kabinet en parlement, zegt Wiebes in SERmagazine, de uitgave van de Sociaal-Economische Raad (SER). In 2013 werd het Energieakkoord nog onder de SER afgesloten. Bij dit Klimaatakkoord heeft het kabinet en overheid meer regie. Ook is de focus veel meer op alleen broeikasgasbesparing en niet alleen naar de energievoorziening.
CO2 in kassen
Het klimaatberaad wordt voorgezeten door Ed Nijpels en bestaat uit vijf sectortafels, waar de landbouw één van is onder leiding van oud-politicus Pieter van Geel. De andere sectoren zijn bebouwde omgeving, mobiliteit, industrie en elektriciteit. Diederik Samsom leidt de sectortafel bebouwde omgeving waar ook de geothermiesector bij zit. Kees Vendrik leidt de sectortafel elektriciteit.
Nijpels stelt in SER magazine dat er vier manieren zijn om CO-reductie te halen: Energie besparen, energie duurzaam opwekken, het gebruik van CO2 in bijvoorbeeld kassen en ondergronds opslaan van CO2. “Elke keuze die wordt gemaakt, moet de meest kostenefficiënte zijn, omdat we de transitie betaalbaar moeten houden.”