Een vrouw moet solliciteren naar werk als tomatenplukster. In een rechtszaak en hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep werd haar bezwaar tegen de beslissing van de verzekeringsarts afgewezen.
De verzekeringsarts was in 2010 van mening dat de vrouw met wat aanpassingen zou kunnen werken. De voormalige werkgever – een tomatenteler – beaamde aan het College van Beroep dat de vrouw al werd ontzien en vaak zittend werk deed. De vrouw bracht daar een verklaring van een psycholoog tegenin, maar in hoger beroep werd deze verklaring niet meegenomen.
De vrouw had zich in 2010 ziek gemeld, terwijl ze een werkloosheidsuitkering kreeg. Ze heeft vier maanden in de ziektewet gezegen totdat de verzekeringsarts haar geschikt achtte voor de tomatenpluk. Een tweede verzekeringsarts kwam in hoger beroep echter tot hetzelfde standpunt.