Wageningen Economic Research (WER) blijft bij de raming over hogere inkomens voor fruittelers door droogte, ondanks kritiek uit de sector.
Zonder droogte-effect zou de fruitprijs 15 tot 30% lager zijn geweest, stelt het onderzoeksbureau desgevraagd. De onderzoekers geven voor hun bekritiseerde raming wel een onderbouwing, waarbij het de markt afbakend tot West-Europa. De droogte-effecten voor appel en peer moeten dus alleen voor West-Europa worden beoordeeld. Dan is de conclusie dat Nederlandse telers meer beregeningscapaciteit hebben dan telers in Duitsland, België of Engeland.
In 1976 waren appels 62% duurder dan nu
Uit het onderzoeksrapport valt op te maken hoe WER komt aan de prijseffecten van 15 tot 30%. De percentages gelden voor achtereenvolgens peren en appels. Het verwachte droogte-effect is dus groter bij appels in dit rapport. WER komt op de schatting door in oude statistieken te duiken. Over 5 droge jaren zijn de appelprijzen vergeleken. In 1976 waren de appelprijzen 62% hoger, waardoor deze prijsontwikkeling van meer dan 40 jaar geleden nu ook in de cijfers opgesloten zit.
WER schat beregeningskosten op € 2.000
Er zijn ook positieve droogte-effecten. De droogte zorgde ervoor dat er nauwelijks schimmelbestrijding nodig was. Bovendien hoeft bij een kleinere oogst ook minder product opgeslagen, gekoeld en getransporteerd te worden, schrijft WER.
Naast kritiek op het ingecalculeerde prijseffect zet de NFO ook vraagtekens bij de extra kosten voor beregening. Hierbij moet worden bedacht dat op de bedrijven de installatie al aanwezig is en dat dus de kosten voor afschrijving, rente en verzekering al in de kosten verwerkt zitten. De extra kosten bestaan uit de kosten voor brandstoffen, extra onderhoud en arbeid. Arbeid zit al in de inkomensberekening opgenomen, waardoor WER uitgaat van gemiddeld € 2.000 aan extra beregeningskosten.