Voordat we op het bedrijf gingen wonen, bestond mijn ervaring met de agrarische sector uit dronken worden op een schuurfeest en in een grote tractor zoenen met de boerenzoon. Beiden vond ik heel tof, dus leek het boerenleven mij ook wel wat.
Toen we eenmaal op het bedrijf woonden, kwamen we nooit meer op een schuurfeest. En ik weet niet of mijn kont te groot werd of de fruitteelttractor te klein, maar zoenen in een tractor deden wij ook nooit meer. Zoals met zo veel in het leven, was het in het echt minder leuk dan het leek.
Iedereen achterom
Het meeste moest ik wennen aan het feit dat iedereen denkt dat hij achterom mag komen. Vooruit, als je drie van de zes gezinsleden bij voornaam kent, dan mag je best achterom. Maar als je geen idee hebt wie ik ben, dan moet je gewoon even aanbellen. Deze irritatie was er niet meteen, maar bouwde zich langzaam op, met als toppunt de volgende situatie.
Het meeste moest ik wennen aan het feit dat iedereen denkt dat hij achterom mag komen
Kist appels
Het was etenstijd. We zaten met vier kinderen aan tafel en de jongste hing aan mijn borst. Heel knus. Tot er iemand hard op de achterdeur klopte en binnen 1 seconde in de keuken stond. Er ontstond een kettingreactie: de hond ging vreselijk blaffen – de baby krijst en laat mijn borst los – ik zit met mijn blote borst aan tafel – kinderen maken van de gelegenheid gebruik en plakken hun groente onder de tafel – en de vreemde man zegt: “Heb je nog een kist appels?”
Kortsluiting
Het zal door het knuffelhormoon komen dat vrijkomt bij borstvoeding dat ik nog heel rustig zeg dat we zitten te eten. “Dat zie ik”, zegt de man. “Eet rustig door”, en hij gaat aan tafel zitten. Op dat moment ontstond kortsluiting in mijn hoofd. Ik weet niet wat ik heb gezegd. Ik weet alleen dat hij nooit meer een kist appels heeft gehaald.