Een bladbemestingsproef in bloemkool op het Belgische onderzoekscentrum Inagro toont geen significante verschillen tussen onbehandeld en een aantal objecten met aminozuren bevattende bladmeststoffen. Wel was een lichte verbetering van de kwaliteit zichtbaar.
In de proef bij Inagro vergeleek Danny Callens, afdelingshoofd tuinbouw open lucht van Inagro, het onbehandelde object met behandelingen met Ureum, Delstar, AMX+Siliforz en Orgaliq.
Bij AMX+Siliforz werd 3 liter AMX per hectare voor planten toegediend. Vier en zes weken na planten werd 3 liter AMX+0,25 liter Siliforz gegeven. De overige producten werden 4 en 6 weken na planten toegediend: twee keer 20 kilo N/ha als Ureum, twee keer 2 liter Delstar en twee keer 2 liter Orgaliq. Bij alle objecten, inclusief onbehandeld, bestond de basisbemesting uit 13,5 ton varkensdrijfmest per hectare.
Bij alle producten gaat het om de toediening van plantaardige aminozuren. Deze worden als volledige bouwstenen door de plant opgenomen.
Iets betere kwaliteit behandeld object
Bij de beoordeling op het veld werden tussen de objecten geen verschillen gesignaleerd in gewasstand, bladkleur, bladgrootte of uniformiteit. Ook in de productie (ton per hectare), bladopbrengst (ton per hectare), kwaliteitsverdeling en oogstverloop waren geen verschillen zichtbaar. Hoewel de verschillen niet significant waren, luidt de conclusie wel dat de behandelingen de kwaliteit licht verbeterd hebben ten opzichte van onbehandeld.