De animo voor de brede weersverzekering groeit gestaag door, zeggen aanbieders Agriver en Vereinigte Hagel. In het veranderende klimaat, dat extreem weer met zich meebrengt, heeft de boer hiermee een pot geld achter de hand bij fikse schade.
De aanbiedende verzekeraars Agriver en Vereinigte Hagel verwachten in 2021 opnieuw groei van deelname aan de brede weersverzekering. Deze verzekering dekt gewasschade door extreem weer, zoals droogte, hagel, vorst, storm en neerslag, af. Deelnemers kunnen via de Gecombineerde opgave, van 1 maart tot en met 15 mei, subsidie uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aanvragen voor maximaal 63,7% van de kosten van de verzekeringspremie. De pot is dit jaar opnieuw € 17,5 miljoen.
Jaarlijkse groei in aantal deelnemers aan brede weersverzekering
Vorig jaar groeide de animo met 20% naar 2.705 subsidieaanvragen. Het vervallen van de assurantiebelasting en het extreme weer waarmee akkerbouwers worden geconfronteerd, verlaagden de drempel voor de brede weersverzekering. Meer bekendheid draagt ook bij aan de groeiende deelname, maar niet iedereen die het vinkje heeft gezet bij de Gecombineerde opgave sloot daadwerkelijk een verzekering af.
Agriver
Agriver-directeur Gerard van Noordenburg verwacht dat het moeizame seizoen 2020, waarin akkerbouwers te maken hadden met zowel extreme droogte als hagelschade en wateroverlast, leidt tot meer gebruikers van de brede weersverzekering. “Dat is ook het doel van de overheidssubsidie”, verklaart hij. “Ik voorzie 20% groei in 2021, daar heb ik vertrouwen in. Voor ons is het zaak om de verzekering goed onder de aandacht te brengen bij agrariërs, zodat ze er meer gebruik van gaan maken. Mensen vinden het een complex product. Daarom houden we voorlichtingssessies. Samen maak je de verzekering tot een succes. Hoe meer deelnemers, hoe meer draagvlak.”
Brede weersverzekering is onderdeel van het risicomanagement; het is de sluitpost, niet de basis ervan
Vereinigte Hagel
Jan Schreuder van Vereinigte Hagel voorziet eveneens een toename in de deelname aan de brede weersverzekering. “Ik denk dat het voor komend seizoen landelijk 10 tot 15% meer wordt”, zegt Schreuder. “Dat is een minder harde stijging dan de 25% van vorig jaar, maar een geleidelijke stijging is ook het beste. Ik verwacht dat het jaar op jaar rustig toeneemt. Steeds meer telers zien het, kennen het, verdiepen zich erin en vragen offertes aan. Ze zien de effecten van het veranderende weer. Je kunt veel preventief doen, maar je hebt nou eenmaal niet alles zelf in de hand. Voor dat laatste stukje is de verzekering.”
Hiermee zou de verzekering op zo’n 2.700 daadwerkelijke deelnemers komen in 2021. Het aantal verbonden hectares is volgens Schreuder lastig te kwantificeren met alle verschillende gewassen die worden verzekerd.
Het begint met risicomanagement
De brede weersverzekering is geen oplossing voor de weersextremen die akkerbouwers de laatste jaren regelmatig teisteren, benadrukt Van Noordenburg. “De verzekering moet onderdeel zijn van het risicomanagement van de ondernemer. Het klimaat verandert in sneltreinvaart. Eerst moet je zelf kijken wat je ertegen kunt doen. Bijvoorbeeld de waterbeschikbaarheid op je bedrijf verbeteren. Elke situatie is anders. We begeleiden daar graag in, zodat teelten beter kunnen slagen. We proberen om samen met overheid en onderzoeksorganisaties hulpmiddelen te verschaffen. Risicomanagement is een totaalpakket.”
KANO maakt klimaatrisico behapbaar
Wat zijn de klimaatrisico’s op een individueel landbouwbedrijf en hoe kun je die risico’s zo klein maken dat ze te behappen zijn? Die vragen wil Wageningen UR beantwoorden in het project KANO (KlimaatAdaptatie Netwerk Open teelten) dat wordt uitgevoerd van 1 januari 2020 tot 31 december 2022.
Door de droge en hete zomers van de laatste jaren komt klimaatverandering prominenter in beeld bij overheden, waterschappen, ketenpartijen en boerenbedrijven. Agrarisch ondernemers lopen tegen lagere opbrengsten door gewasschade en hogere kosten voor bijvoorbeeld beregening aan. WUR wil deze veranderingen en daaraan gerelateerde financiële risico’s in kaart brengen, zodat duidelijk wordt waar de knelpunten ontstaan en hoe boeren de risico’s beheersbaar kunnen houden. Het project KANO richt zich op boeren en tuinders in de open teelten; akkerbouw, vollegrondsgroente en bloembollen. De opgedane kennis is echter ook relevant voor de ruwvoerproductie in de veehouderij, zoals gras en mais.
De klimaatstresstest is een tool om de risico’s op bedrijfsniveau te verhelderen en inzicht te krijgen voor de toekomst. Vooralsnog blijkt hieruit dat de suikerbiet aardig droogteresistent is dankzij de diepe wortel van de plant. WUR wil de test aanbieden in een app.
Kennis over klimaatrisico’s wordt onder andere verspreid in masterclasses voor agrarisch adviseurs en belanghebbenden. Aan de hand van regiospecifieke casussen gaan de deelnemers aan de slag met klimaatrisico’s en adaptatiemaatregelen.
Te nemen maatregelen zijn bijvoorbeeld het opheffen van ondergrondverdichting, water vasthouden en precies toepassen en het telen van minder kwetsbare gewassen. Ook financiële maatregelen, zoals het verzekeren van risico’s en het inbouwen van financiële buffers, komen aan bod.
Verzilting is in Zeeland een hot item en dat merkt Agriver aan de belangstelling vanuit het Zuidwesten voor een brede weersverzekering. Innovatie is nodig om die problematiek het hoofd te bieden. “Hoe kunnen we een positieve draai geven aan deze uitdaging? De overheid en Wageningen UR zijn hier ook bij betrokken. Kunnen we teelten aanpassen, bijvoorbeeld met druppelirrigatie, zoetwateropslag of droogteresistentie aardappelrassen? We kijken samen met agrariërs naar de mogelijkheden. De hele agrarische tak is in beweging.”
1.250 schademeldingen kwamen vorig jaar binnen bij de verzekeraars
Tot die tijd zal voor gebieden met hoger risico, zoals (delen van) Zeeland, wellicht een hogere premie gaan gelden. “De schade moet natuurlijk wel betaald worden. In hoeverre is klimaatverandering verzekerbaar?” Het aandeel Zeeuwse deelnemers aan de brede weersverzekering ligt rond een kwart, schetst Van Noordenburg. “De laatste jaren is daar veel misgegaan door de droogte, met aardappelen en uien vooral. De animo neemt daardoor toe, maar het aantal afwijzingen ook. Dat is best een broze balans. Tegelijk willen wij de schade-afwikkeling soepeler laten verlopen. Dat is onze strategie voor de komende jaren.”
Veel schademeldingen in 2020
In 2020 kreeg Agriver in totaal 300 tot 400 schademeldingen binnen voor de brede weersverzekering. In 2018 was het nog droger en heeft ongeveer 80% van de Agriver-verzekerden met een brede weersverzekering droogteschade gemeld, zegt Van Noordenburg. “Die excessen komen dus steeds vaker voor. Klimaatadaptatie is nodig. Wat de komende jaren gebeurt, kan niemand voorspellen, maar je kunt jezelf als akkerbouwer wel indekken met een watervoorraad. Zo maak je risico’s kleiner. Pas daarna bekijk je waarvoor je je het beste kunt verzekeren.”
Van de schademeldingen heeft Agriver zo’n 75% uitgekeerd. Droogteschade stond met stip op 1. “Een teler moet een schade direct melden als hij denkt dat deze boven het eigen risico uitkomt. Wij gaan de schade inventariseren, neerslagtekortcriteria berekenen en stellen het opbrengstverlies uiterlijk bij het oogsten vast.”
Ondanks preventie blijft een brede weersverzekering nuttig
Bij Vereinigte Hagel kwamen vorig jaar bijna 900 schademeldingen binnen, vertelt de directeur. “We hebben nog nooit zoveel uitgekeerd: bijna € 14 miljoen. Nachtvorst in het voorjaar, hagel en storm, droogte en wateroverlast. We keerden voor allerlei soorten schade uit. Het hele jaar was het elke maand wel ergens in Nederland raak. Droogte is een grote schadepost, vooral in aardappelen, mais en uien, maar ook hagel, storm en vorst worden onderschat. Het lijkt vaak mooier dan het is. Het plantje staat er nog wel, maar onder de grond gebeurt niks.”
Als voorbeeld van hoe nuttig een brede weersverzekering kan zijn, haalt Schreuder een teler met een paar honderd hectare mais in Oost-Nederland aan. Ondanks veel preventieve inspanning liep hij vorig jaar toch nog droogteschade in zijn maispercelen op. “Hij heeft een schade-uitkering ontvangen van bijna € 90.000 bij een premie van € 6.000”, zegt Schreuder.
Hoe een verzekeringsmaatschappij dat ophoest? “Risicospreiding. We zijn een onderdeel van een maatschappij die in Europa actief is. Vereinigte Hagel had Europees een goed jaar, hoewel het voor de Nederlandse tak een moeilijk jaar was.”
Drempeltjes van tafel, premie blijft gelijk
Voor komend seizoen blijven de voorwaarden bij Vereinigte Hagel gelijk, zegt Schreuder. “En de premie gaat niet omhoog. Gelukkig is het drempelbesluit van tafel gegaan. Daar heeft LTO samen met andere partijen sterk aan getrokken. Gelukkig, want we willen de verzekering graag betaalbaar houden voor onze telers. Als een medewerker bedenkt dat drempeltjes leuk zijn, is dat voor Zuid-Limburg wellicht een goeie optie om afspoeling tegen te gaan, maar voor de rest van het land is het absoluut een verslechtering.”