“Je ziet het gewas na een paar zonnige dagen al groeizamer en sterker worden”, zei teler Peter Vogel van CombiVliet in Middenmeer halverwege vorige week. Hij teelt het ras Komeett die is geënt en getopt en in week 40 en 41 is geplant op de twee tuinen van ieder 12 hectare onder groeilicht van 180 umol/m2 (12.000 lux).
“We zijn acht weken na het planten begonnen met oogsten en zijn nu volle bak in productie.” Inmiddels bloeit de vijftiende tros en is de plantbelasting opgelopen tot 100 vruchten per vierkante meter. “Tijdens het donkere, zachte weer was het gewas toch wat dunner geworden. Maar we konden de trossen steeds op vijf blijven snoeien. En we hebben geprobeerd de etmalen rond 18,5 graden te houden.” Om die etmaaltemperaturen te halen heeft hij vooral ’s nachts flink moeten luchten. “Met die warme nachten en weinig wind hadden we best wel wat overtemperatuur. In een kas zijn we met de weerovergang wat in de bladrandjes gelopen, maar die drogen nu goed op met dit vriesweer.”
Minder brandnetelblad
De productie loopt redelijk volgens planning. “We knippen wekelijks 1,25 tot 1,50 kilo per vierkante meter en de kwaliteit is erg goed. Vorig jaar hadden we minder goede doorkleuring en vlekkerigheid, maar daar zie je nu niets van.” Ook de planten vertoonden nu weinig symptomen na het inbrengen van een mengsel van zwakke pepinomozaïekvirus-isolaten. “Je zag in het begin wat brandnetelblad, maar dat was niets in vergelijking met vorig jaar.” Hij verklaart het verschil door de goede gewasgroei in dit najaar. “We hebben niet veel zwakke momenten gehad.”
Het gemiddeld vruchtgewicht is nu 170 gram, grover dan andere jaren. “We hebben meer op groei gestuurd met wat lagere gerealiseerde temperaturen, een vroegere en diepere voornacht en een scherpe dip van 17-17,5 graden gedurende een uur na zonsopgang.” Weersafhankelijk heeft hij meer en ruimer gelucht. Maar nu is het de vraag waar hij de vorstgrens kiest waarbij de ramen dicht lopen. “Natuurlijk is nul graden het veiligst, maar dan heb ik overtemperatuur als de lampen aan zijn. De vorstgrens staat nu op -4 graden en bij helder weer en weinig wind kan hij misschien wel naar -6 graden.”
Aanvullen wat er verdampt
Tegelijk met het uitgaan van de lampen gaat om 17 uur de voornacht van 15 graden in. Vanaf 20 uur stookt hij op zodat de kaslucht op 18 tot 18,5 graden is als de lampen om middernacht weer aangaan. Na de ochtenddip gaat de kastemperatuur vanaf 10 uur lichtafhankelijk naar 21 tot 23 graden. Nu het koud is gaat het verduisteringsscherm al tijdens de voornacht voor 98 procent dicht en na zonsopgang weer langzaam open. De watergift start om 10 uur, met drie grote beurten van 300 milliliter. Tussen 11 en maximaal 15 uur geeft Vogel beurten van 175 milliliter met behulp van weegschalen die de intering van de mat meten. “We vullen aan wat de plant verdampt plus een gewenst drainpercentage. Dat werkt best goed.”
Lage rupsendruk
De Botrytisdruk is heel laag. Alleen in de oudere kas moet hij een enkel plekje nalopen. In die kas heeft hij het afgedragen gewas onder de goot gelegd om Macrolophus over te houden. “Dat is erg goed gelukt. De populatie is erg goed op peil. Maar wittevlieg ontwikkelt zich ook snel dus we hebben toch boven iedere derde goot een geel vanglint opgehangen.” In de nieuwe kas heeft hij daarnaast wel Macrolophus ingebracht: 2 nimfen per vierkante meter. In het begin ontwikkelde de populatie zich vlot, maar stagneerde vervolgens. Daarom heeft hij in week 2 en 3 Oberon gespoten. “De rupsendruk is dit jaar opvallend laag. Ik denk dat het komt door de goede werking van Altacor dat we een maand na het planten een keer hebben gespoten.” Overmatige wortelgroei (crazy roots) heeft Vogel nog niet gezien op dit bedrijf. Maar hij geeft wel preventief waterstofperoxide mee bij iedere druppelbeurt.
Niet te krachtig worden
Voor de komende weken wil Vogel ervoor blijven waken om niet te veel te luchten. “Het gewas moet niet te krachtig worden want dan laat je wat liggen. Je moet het licht dat je krijgt omzetten en alleen een beetje reserve houden om grof te blijven oogsten.”