Hans Rozendaal is er met zijn gezin een paar dagen tussenuit. Geen probleem, want zijn broer Jan zorgt dat het werk op hun biologische sluitkoolbedrijf in Strijen gewoon doorgaat. Net voor zijn vertrek moesten er wel greppels gegraven worden, om een teveel aan hemelwater af te voeren.
In het weekend van 25/26 juli was er rondom het bedrijf nog 70 millimeter gevallen, terwijl de grond geen vocht meer kon opnemen. “Gelukkig hebben we het onkruid wel onder controle. Tussen de buien door hebben we vaak nog kans gezien om te schoffelen en te wieden. Al met al hebben we alles een paar keer kunnen doen. Het resultaat is niet optimaal, al staat alles toch wel redelijk schoon. “We hebben dat weekend overigens ook nog hagel gehad. Voor de kool gaf dat niets, maar vanwege de spikkels op de vruchten lagen we er met courgette meteen twee weken uit.”
Bijbemesten
De neerslag dwingt ook tot alertheid over de voedingstoestand. “Net voor die grote regenbui heb ik ook nog een Nmin-monster laten steken. Ik vond dat de rode kool wat begon te tekenen. Er bleek nog maar 28 kilo stikstof per hectare in de grond te zitten; dat is weinig. Mijn broer is op 4 augustus in de witte- en rode kool aan het bijbemesten, met OPF-korrels (Organic Plant Feed, NPK 11-0-5). Dat moet binnen vier weken beschikbaar komen. Daarmee geven we 50 kilo zuivere stikstof per hectare. Dat is niet heel royaal, maar er zit ook nog vaste mest onder van vorig jaar, dat gaat ook nog mineraliseren.”
Koolmotten
Het aantal koolmotten valt mee. “Dat heeft zeker met het weer te maken. Hadden er wel veel motten in gezeten, dan hadden we overigens niets aan gedaan. Dan bouwt zich een populatie natuurlijke vijanden op, en wordt het probleem vanzelf minder.”
Auteur: Joost Stallen