‘We halen deze week de productie van vorig jaar in.’

“De productie gaat deze week die van vorig jaar inhalen. We zitten dan op 47 kilo per vierkante meter, 3 ons meer dan vorig jaar”, zei Bart de Bakker van Bakker Westland in Kwintsheul halverwege week 35. “We zijn de hele zomer niet onder een weekproductie van 2 kilo per vierkante meter gezakt.”

Met uitzondering van scheurproblemen in week 26 en een klein beetje scheurtjes in een regenachtige periode is de kwaliteit deze zomer verder goed gebleven. Maar het weekend met tropische temperaturen heeft wel sporen nagelaten. “We zagen in de week erna zoutjes ontstaan op een of twee trossen per plant waar ze in de volle zon staan. Dat is meer dan ik hier ooit gezien heb. Waarschijnlijk heeft de plant de verdamping niet kunnen bijbenen waardoor cellen zijn verschrompeld. Het wordt straks nog lastig om ze er tijdens het oogsten uit te halen.”



Etmaaltemperatuur verlagen

Het gewas (grove trostomaat, ras Merlice) staat er ondanks de wisselende weersomstandigheden nog prima bij. “Het is donkergroen en groeierig. Je ziet nu wel dat de bovenste tros wat zwakker wordt door de hoge etmaaltemperaturen voor de hoeveelheid licht die we hebben.” Om de etmaaltemperatuur te temperen heeft De Bakker de instellingen verlaagd: overdag 20 graden plus 2 graden lichtverhoging (was 21+3 graden), voornacht op 15 graden (was 16) en de nanacht op 17,5 graden. Maar de waarde van de voornacht wordt niet gehaald. “We komen nu uit op een etmaaltemperatuur van 19,3 tot 19,7 graden, nog vrij hoog dus.”



De Bakker probeert weinig energie te gebruiken maar voor de CO2-voorziening moet de WKK de hele dag draaien. Zo gebruikt hij 0,35 tot 0,40 kuub gas per week. In de nanacht (tot 9 uur) houdt hij een minimumbuis aan van 40 graden die daarna op licht wordt afgebouwd. In de namiddag (14 tot 17.30 uur) gaat er een groeibuis van 40 graden in die de afrijpende tomaten opwarmt en droog houdt.



Gezonde wortels en weinig plagen

De wortels zijn nog mooi wit zonder dat hij daar middelen voor gebruikt. Wel let hij scherp op niet te lang voeding te geven. Het druppelen start om 9 of 9.30 uur en het streven is om 11.30 of 12 uur de eerste drain te realiseren. Hij stopt bij donker weer al om 16 uur en op een zonnige dag om 18 uur, met een drainpercentage van 25 tot 30 procent. Het streven is ’s nachts 10 procent in te teren, maar soms komt hij niet verder dan 8 procent. “Dan start ik op een donkere dag wat later.”



De ziekten en plagen zijn helemaal onder controle nu Macrolophus volop aanwezig is, al heeft dat vrij lang geduurd. Wittevlieg en rupsen zijn geen probleem. Ook in de vallen van Tuta absoluta vindt hij nauwelijks nieuwe motten. Maar begint Botrytis wel toe te nemen. “We zijn niet meer Botrytis-vrij.” De laatste weken van de schoolvakantie hebben scholieren het gewas apart nagelopen op Botrytis. “Het apart nalopen is nu even gestopt maar dat gaan we waarschijnlijk weer oppakken.”