“Het gewas heeft het behoorlijk moeilijk door het donkere weer. Je ziet de stengeldikte en de bladlengte afnemen en de gewaskleur is aan de donkere kant. Spontane groei zit er niet in. De plant snakt naar een beetje zon”, zei Ralph Steegh in Wellerlooi halverwege vorige week over zijn cocktailtomaten van het ras Brioso.
Door het donkere weer moet hij lagere temperaturen aanhouden waardoor de afrijping trager wordt “We knippen meestal de tiende tros van de plant.” De zetting verloopt nog steeds goed maar traag. De vruchtaanmaak bleef vorige week weer onder een tros per vierkante meter. De plantbelasting was opgelopen naar 275 stuks per vierkante meter. “Dat zal ook wel de top zijn.” Door het traagheid loopt de productie inmiddels 20 procent achter op 2012, dat ook al geen productief voorjaar kende. “We zullen die achterstand zeker niet helemaal inhalen.”
Gewas op temperatuur
Overdag heeft Steegh een temperatuur ingesteld van 19 graden met 4 graden verhoging op lichtintensiteit (traject 400 – 600 W/m2). De voornacht staat op 15 graden (van zononder tot 23 uur) en de nanacht op 16,5 graden. De buistemperatuur is begrensd op 50 graden. Tussen zonsopgang tot 12 uur staat er een minimumbuis in van 40 graden. “We zorgen er voor dat het gewas goed op temperatuur is als de zon erbij komt, want de ruimtetemperatuur kan nu snel stijgen.” Mede door deze maatregelen ziet Steegh nog steeds helemaal geen bladrandjes in het gewas en is de Botrytisdruk bijzonder laag.
De watergift is ook bijzonder laag voor de tijd van het jaar en de teeltfase. “We geven dagelijks maar twee liter per vierkante meter. Meestal gaat de unit om 13 of 14 uur al uit tot de volgende dag.” Met weegschalen controleert hij of hij toch nog niet handmatig een avondbeurt moet geven. “Dat stel ik liever niet automatisch in. Als je een beurt te veel geeft is de steenwolmat de hele nacht te nat. We proberen iedere nacht 8 tot 10 procent in te teren op watergehalte.” De wortels zien er mede daardoor nog prima uit, ondanks het donkere weer en de hoge plantbelasting. “De plant staat echt klaar voor het mooie weer.”
Trage opbouw Macrolophus
Het gewaswerk is nu volledig standaard. Iedere week wordt blad gebroken, gediefd en gedraaid. Eind april zijn de trossen voor het laatst gebeugeld. “We zijn er twee weken langer mee doorgegaan dan vorig jaar omdat de trosstelen te zwak waren, maar dat is nu voorbij.”
De plaagdruk is nog steeds bijzonder laag. “We zien alleen een enkel rupsje maar bijvoorbeeld helemaal geen wittevlieg.” De Macrolophus wordt iedere week nog bijgevoerd door Artemia-eieren te verspreiden met een ventilator. Ook worden er tweewekelijks nog kaartjes Encarsia-sluipwespen opgehangen. “Daar gaan we mee door tot Macrolophus voldoende op peil is. Die populatieopbouw gaat ook veel trager door het koude weer.”