“We hebben nu redelijk veel licht ,maar als je het goed bekijkt is het lang niet genoeg bij de gerealiseerde etmaaltemperaturen”, zei Paul van Schie uit Kwintsheul halverwege vorige week.
De voorspelde lichtsom van die dag (1.900 Joule) lijkt niet verkeerd, maar bij een dagmaximum van 28 graden komt de etmaaltemperatuur uit op 22,5 graden. “De zetting verloopt nog wel goed, maar de uitgroei tot een vrucht kan lang op zich laten wachten. Pas als de nachttemperatuur voldoende daalt, gaan de assimilaten naar de vruchten toe.”
Het klimaat heeft door het warme en vochtige weer een vegetatieve inslag. “Het gaat er nu om zoveel mogelijk koelte te creëren. Met een voornacht lukt dat niet meer. Het eind van de nacht is nu het koelst.” Maar dat is eigenlijk al het moment dat het gewas op temperatuur gebracht moet worden om natslaan te voorkomen. “We gebruikten van 6 uur een flinke minimumbuis van 48 graden terwijl de ramen openstaan. Pas na 9 uur gaan we die op licht langzaam afbouwen.”
Vocht sparen
Om het gebrek aan koelte te compenseren probeert Van Schie in de namiddag en avond de luchtramen zoveel mogelijk te knijpen en vocht te sparen. “Met een hoge luchtvochtigheid verhoog je ook de worteldruk waardoor de vruchten zwellen en je meer generatieviteit in het gewas brengt. Maar het is toch vaak de vraag wat prioriteit moet krijgen: de luchtvochtigheid of de temperatuur. Het mooiste is als je de windkant kan dicht leggen zonder dat de temperatuur oploopt.”
Productie inlopen
Door de vegetatieve inslag ziet het gewas er wel mooi uit. “De koppen staan vriendelijker, lichter en groeizamer. Maar bij dit ras (Arvento) gaat het nooit wennen dat bij weersovergangen de kop wat flauw gaat.” De productie loopt nog steeds ver achter bij vorig jaar. “Maar wat wil je. We hebben dit jaar 19.375 Joules minder licht gehad, dat is anderhalve week licht. Het verschil was zelfs 30.000 Joules.” Toch verwacht Van Schie nog heel wat in te lopen. “De laatste weken hebben we meer licht dan vorig jaar.”
Hoge ec
Om het licht ook om te zetten in meer productie vraagt echter veel alerheid. “Je bent bijvoorbeeld geneigd nog een avondbeurt te geven als je ziet hoe hard het watergehalte na de laatste beurt daalt. Maar die is lang niet altijd meer nodig.” Hij wil dat het vochtgehalte in de substraatmatten minimaal 10 procent inteert. Daarom stopt hij meestal om 17.30 uur met water geven en start pas na 9 uur. De ec in de mat houdt hij boven 4,5. “Dat kost misschien iets productie, maar ik denk dat het nodig is om de cellen sterk te houden.”
Cellen sterker maken
Om onverklaarbare reden is de Botrytisdruk eind juni sterk toegenomen. “Botrytis is niet alleen een kwestie van netjes werken, nalopen en spuiten. Het heeft ook te maken met de weerbaarheid van de plant.” Mogelijk dat het pepinovirus in de donkere periode de plant heeft verzwakt waardoor hij vatbaarder werd voor Botrytis. “Je zag op de stompjes van de eerste trossen ineens schimmel komen terwijl ze bij mooi weer waren geknipt en goed waren opgedroogd.” Spuiten tegen Botrytis werkt volgens hem nu niet. “De cellen moeten sterker worden. En we lopen nu allemaal met mesjes en smeerpotjes en lopen apart een vak per week na.”
Weinig plaaginsecten
Bij de plaagbestrijding is het een stuk rustiger. “Galmijt hebben we nog niet gezien en wittevlieg is erg rustig. We hebben veel met vanglinten gedaan en Macrolophus en Erethmocerus deden de rest.” Hoewel er weinig rupsen zijn is hij wel alert. “We spuiten een keer met Fame want in deze tijd kan het heel hard gaan. Bovendien werkt dat ook tegen de Tuta.” Hij ziet het hele jaar al wat Tuta absoluta in de feromoonvallen. “Maar in het gewas kom je ze niet tegen. Je zou eigenlijk ook buiten vallen moeten ophangen om te weten of je ze niet naar binnen aan het lokken bent.”