Dynamisch is het in ons vak altijd geweest, maar wat we nu allemaal op ons dak krijgen, spant wel de kroon.
Voor de meesten die dit lezen, geldt dat ze weer een teeltseizoen hebben afgerond of ernaartoe werken. Of we dat over een aantal jaren nog kunnen zeggen, betwijfel ik eerlijk gezegd. Dat het zover is gekomen kunnen we voor het grootste deel op ons eigen conto schrijven.
Geld toeleggen op producten is eigen schuld
Zoals we allemaal gaan ondervinden, zullen kostprijzen enorm stijgen: niet één leverancier geeft lagere prijzen. We vinden dat begrijpelijk en acceptabel, gezien wat er aan de hand is. Alleen lukt het ons niet die leveranciersprijzen en onze kostenverhogingen door te belasten naar onze afnemers. Wie kunnen wij dat kwalijk nemen? Uitsluitend onszelf.
Niet meer oogsten in oktober, welke zot bedenkt dat?
We roepen snel dat de prijs voor onze producten ontstaat door vraag en aanbod. Heel eerlijk, is dat niet erg kort door de bocht geredeneerd? Onze leveranciers hebben net zo goed te maken met vraag en aanbod (en concurrentie), maar geen van hen is zo vlot bereid er geld op toe te leggen als wij.
Eenheid in sector is ver te zoeken
Helemaal van de zotte is het idee dat we het milieu gaan redden door vanaf 1 oktober niet meer te oogsten. Wie bedenkt zoiets, en durft er ook nog eens serieus mee voor de dag te komen? Wederom kunnen we onszelf verwijten dat we niet in staat zijn een echte vuist te maken.
Georganiseerd is de sector al jaren niet meer, en als we eens in de vier jaar de mogelijkheid hebben duidelijke keuzes te maken, laten we ons verleiden te kiezen tussen veel te veel politieke partijen die allemaal roepen iets op te hebben met de agrarische sector. LTO-voorman Sjaak van der Tak is meer tijd kwijt aan het herstellen en lijmen van oud zeer onder agrariërs dan aan werken aan goed beleid. En dan is de helft van de agrariërs niet eens LTO-lid meer.
Individu gaat voor gezamenlijke strijd voor topsector
De laatste jaren heb ik allerlei bijeenkomsten bezocht over (beleids)zaken die de sector aangaan, over innovaties, over prijspolitiek, noem maar op. Het aantal actieve agrariërs op dit soort bijeenkomsten is altijd zeer laag geweest. Hard maar waar: bij velen staat het individu voorop en staat samen strijden voor een topsector op een laag pitje. Met een mooie, geleasde trekker naar Den Haag komen, is een uitje, maar waar het echt om gaat, beleid maken voor onze opvolgers, daar is nog niets van terechtgekomen.
Het zou ook niet goed passen als onze sector alles op orde zou hebben. Want in de Quote 500 is geen ruimte voor de 50.000 agrariërs die Nederland rijk is.