Mijn opa zei altijd: “Van regen is nog nooit iemand rijk geworden.” Ik zou daar nu aan toe kunnen voegen ‘en van extreme droogte ook niet’.
Ik prijs me gelukkig dat ik in Noord-Holland woon en dat wij aan water geen gebrek hebben. Bij telers die hun zaakjes goed voor elkaar hebben, staan de gewassen er ondanks de droogte en hitte dan ook relatief goed bij.
Meer invloed op droogte dan wateroverlast
Dat geeft ook het gevoel dat je als teler invloed hebt, in tegenstelling tot wateroverlast, wat je gelaten over je heen moet laten komen. De gewassen staan dan weliswaar goed, de prijsvorming is minder, want wie eet er met dit weer nu bloemkool, broccoli of witlof? Bladgewassen profiteren wel, maar daar staan extra kosten tegenover.
Van extreme droogte word je niet rijk, maar kunnen beregenen maakt wel het verschil tussen toch nog geld verdienen of je gewassen zien verpieteren.
‘Je betaalt jaarlijks al snel € 100.000 aan premie voor de brede weersverzekering’
Bij dat laatste geeft de minister aan dat dit te verzekeren valt met de brede weersverzekering. Ik heb daar mijn bedenkingen bij, want voor grote bedrijven als het onze is dat onbetaalbaar. Je betaalt jaarlijks al snel € 100.000 aan premie!
Ik denk dat het beter is om de mogelijkheid te scheppen om fiscaal een bedrag te reserveren dat bij schade door calamiteiten aangesproken mag worden. Dat kost de ondernemer en de overheid niets en je betaalt geen vette premie. Er is dan alleen sprake van uitgestelde belastingbetaling tot het moment dat het bedrijf ophoudt te bestaan.
De plaats van tuinbouw in de verdringingsreeks
De impact van de huidige situatie dringt pas goed tot je door wanneer je ziet wat er moet gebeuren om het opdringende zoute water een halt toe te roepen. Het zet mij ook aan het denken over de verdringingsreeks (zie animatie onderaan de tekst) rond de waterverdeling. Dat de dijken prioriteit hebben, snap ik. Immers, als die het bij een overvloed aan water begeven, loopt bijna heel Nederland onder water.
Maar de plaats van de land- en tuinbouw in dat rijtje baart me toch zorgen. Zeker in de groenteteelt zijn de bedrijven en de teelten kapitaalsintensief, daarom moeten we met de waterschappen eens om de tafel gaan zitten of die verdringingsreeks nog wel klopt.