De jaren 2018 en 2019 liggen nog vers in ons geheugen. Beide jaren werden gekenmerkt door een groot neerslagtekort. Het vak van tuinder heeft er de laatste jaren een nieuw aspect bijgekregen: watermanager.
Al in de 13e eeuw gingen mensen die belang hadden bij goed waterbeheer samenwerken. Mensen werkten op lokaal niveau samen om het land watervrij te houden. Zo ontstonden de eerste waterschappen.
Meer maatwerk
Tot ver in de 20e eeuw waren die waterschappen echter veel kleiner en stonden zij veel dichter bij de plattelandsbeheerders. Er kon derhalve veel meer maatwerk worden geleverd; iets wat nu vaak wordt gemist.
De waterschappen zijn door de jaren heen steeds groter geworden. Ongeveer veertig jaar geleden waren er nog duizenden. Anno 2018 zijn dat er nog 21. Hun werkgebieden zijn dus ook groter en daarmee afstandelijker geworden.
Met je buren het waterpeil in de sloot sturen
Goed waterbeheer vraagt om samen met je buren het waterpeil in de sloot te sturen. Zo zouden er weer kleine waterschapjes nieuwe stijl kunnen ontstaan. Betere waterkwantiteit door een goede samenwerking op polderniveau. Het water moet voldoende snel kunnen worden weggepompt en bij droogte moet het waterpeil op goed niveau kunnen worden gehouden.
Naast het peilbeheer op polder- of streekniveau zijn er ook andere mogelijkheden om beter watermanagement te verzorgen. De nieuwste hightech toepassingen bieden meer en meer kansen voor gebruik van water met het juiste volume en op het juiste tijdstip. De toekomst ligt bij kleinere vormen van ‘waterschappen nieuwe stijl’. Ouderwetse lokale betrokkenheid met hightech sensortechniek.