Tijdens de Kennisdag Water bij Wageningen UR glastuinbouw stond onder andere de rol van de glastuinbouw centraal, bij de zorg dat afvalwater geen negatieve bijdrage levert aan de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Tiny Aerts, portefeuillehouder Milieu bij LTO Glaskracht Nederland, gaf aan dat er al veel gedaan is om de waterkwaliteit te verbeteren. Zo wordt alle water in substraatteelten inmiddels gerecirculeerd. In de regelgeving zijn middelvoorschriften, met harde beperkingen in hoeveelheden per bedrijf te gebruiken meststoffen, omgezet naar doelvoorschriften voor de sector. Bij dit laatste is individuele controle wel een stuk lastiger. Aerts waarschuwt er voor dat dit niet mag leiden tot problemen vooruitschuiven en ‘wachten op de buurman’. “We zullen meer zelfdiscipline moeten hebben. Je zult op je eigen bedrijf het voortouw moeten nemen om aan te tonen dat we zo functioneren als de maatschappij wil. De overheid is een verlengstuk van die maatschappij.”
Daarnaast is collectiviteit nodig om grote onderzoeken uit te voeren naar oplossingen voor knelpunten, ook straks zonder PT.
De glastuinbouwsector ziet de dreiging op zich af komen dat de overheid paal en perk gaat stellen aan de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, omdat daar nog te veel residuen van in het oppervlaktewater terecht komen. Ondanks de bijkomende kosten zullen er dan ook “end-of-pipe”-oplossingen nodig zijn om afvalstromen te gaan zuiveren, om een effectief middelenpakket te behouden.
Aerts pleit er voor om die reiniging van waterstromen zo veel mogelijk gezamenlijk aan te pakken met andere industriële sectoren en waterschappen, om kosten te besparen.
Nieuwe etiketten
Maritza van Assen van Nefyto gaf aan dat etiket-aanpassingen bij de overgang naar Wettelijke Gebruiksvoorschriften (WG’s) een bedreiging vormen voor teelten. Zo kunnen opgelegde beperkingen in aantal toepassingen per jaar een groot knelpunt vormen bij diverse gewassen.
Nefyto doet voorstellen voor de etiket-aanpassingen die de toepassingen van middelen werkbaar houden en niet in gevaar brengen. Zo is bijvoorbeeld voor het Admire-etiket een concept gemaakt waarin staat dat drain- en filterwater alleen geloosd mag worden op het riool, en dan nog uitsluitend na zuivering van 80 procent van het totaal aan werkzame stoffen. Het Ctgb kwam in reactie daarop echter met een strenger voorstel, waarbij een monstername bij elke lozing verplicht wordt en waarbij dat monster ten hoogste 0,05 microgram werkzame stof per liter mag bevatten.
Tom Smit van Nefyto gaf aan dat de oppervlaktekwaliteit door de jaren heen langzaam aan verbeterd, maar dat dit nog wel heel traag gaat. Een inventarisatie tot en met 2012, door waterschappen met tuinbouwgebieden in hun beheersgebied, toonde aan dat een lijst van 40 werkzame stoffen uit de glastuinbouw bijdroeg aan normoverschrijdingen. Admire, Topsin en Pirimor vormen de “toppers” die bij bijna alle waterschappen een probleem geven. Terugdringen van afvalwaterstromen waar deze stoffen in zitten is dan ook harde noodzaak. Als de tuinbouw niet zelf snel met oplossingen komt, dreigt er een nieuw keihard emissiemodel te komen met toelatingsnormen en etiketvoorschriften die het gebruik van 35 werkzame stoffen uit de tuinbouw vrijwel onmogelijk maakt.
Duurproeven
Uit onderzoek door Wageningen UR glastuinbouw blijkt dat met oxidatietechnieken ongeveer 80 procent van de totale hoeveelheid werkzame stoffen weggezuiverd kan worden, bijvoorbeeld met waterstofperoxide in combinatie met een UV-ontsmetter. Daarvoor moet de UV-ontsmetter wel over iets meer capaciteit beschikken dan voor standaard drainwaterontsmetting nodig is. Bij de meeste ontsmetters is het mogelijk de flow terug te brengen om zo ook een afdoende zuivering te realiseren.
Met toevoeging van ozon en een actief kool-filter kon zelfs tot bijna 100 procent van 12 toegevoegde stoffen verwijderd worden. Het is echter nog niet bekend hoe lang zo’n actief kool-filter mee gaat voordat doorslag van werkzame stoffen plaats gaat vinden. Oxidatietechnieken kosten tussen de euro en 3,40 euro per kuub water, wat overeenkomt met 0,10 tot 0,20 euro/m2. De bedragen zijn afhankelijk van de grootte van de spuistroom en de gebruikte technieken. Een actief kool-filter maakt het zuiveren 0,16 tot 0,70 euro per kuub duurder (0,01 tot 0,03 euro/m2).
In vervolgonderzoek wordt getest met verschillende (hogere) concentraties van gewasbeschermingsmiddelen, en worden duurproeven met actief kool uitgevoerd. Ook worden nieuwe technieken beproefd.
Nieuwe oxidatie techniek
Onder andere TNO toonde een techniek met fotokatalytische oxidatie om werkzame stoffen te verwijderen. Hierbij worden niet-giftige radicalen aan het water toegevoegd. Onder invloed van licht kunnen deze ziektekiemen doden en organische stoffen afbreken. Er kan gebruikt gemaakt worden van zonlicht dat op een waterfilm valt, maar ook van actieve blootstelling aan UV-A licht. De techniek is interessant omdat deze volgens berekeningen minimaal twee keer zo goedkoop uitgevoerd kan worden dan veel andere technieken uit eerder onderzoek. Voor een bedrijf van 5 hectare en een waterstroom van 10 kuub per uur is wel een forse oppervlakte van 200 vierkante meter oppervlak nodig. Bijvoorbeeld op daken of boven een waterbassin. Daarom wordt nog gewerkt aan een reactor waarin licht meer te bundelen valt, zodat een kleinere oppervlakte volstaat.
Monstername
Diverse toeleveranciers lieten tijdens de Kennisdag Water technieken zien die een bijdrage kunnen leveren aan een goed watermanagement. Zo toonde Sorbisense een werkbare manier voor telers om inzicht te krijgen in watervervuiling. Via vrije water-uitstroom door een spleet zijn eenvoudig watervolumes te bepalen. Door speciale buisjes in de waterstroom te steken, kan de mate van vervuiling met bepaalde stoffen bepaald worden. Door druktoename op de meetcel bij grotere watervolumes blijft er altijd een vaste lineaire verhouding tussen de monsterhoeveelheid en de totale lozingsvracht aan afvalstoffen. Bij deze passieve monstername wordt de verontreiniging over een wat langere periode vastgesteld. Na een bepaalde tijd wordt het buisje verwijderd en opgestuurd naar een regulier laboratorium om daar het gehalte van bepaalde ongewenste stoffen te analyseren.
Bij grondgebonden teelten biedt inzicht in watergehaltes in de grond kansen om de watergift te optimaliseren. Waterbesparing beperkt uitspoeling. Er zijn daarvoor nauwkeurige meetinstrumenten beschikbaar, maar in de praktijk blijkt de variatie tussen verschillende meetplekken in de kas vele malen groter dan de meetnauwkeurigheid van de sensoren. Daarom gaat Sensor TAG Solutions wat minder nauwkeurige maar wel betaalbaarder sensoren op de markt brengen(ongeveer 35 euro per stuk), waarvan er 5 tot 10 per kraanvak in de grond worden gestoken met twee pennen. Er zijn uitvoeringen met diverse pen-lengtes, zodat op verschillende dieptes gemeten kan worden.
Nu kunnen de sensoren uitgelezen worden door er met een handmeter langs te lopen, maar er is een variant in ontwikkeling met sensoren die uitgerust zijn met zonnecelletjes. Deze kunnen dan zelf met regelmaat automatisch meetdata naar een computer sturen.