Doorgaan naar artikel

Watercoach in glastuinbouw helpt bij beperken emissies

Tijdens bedrijfsbezoeken door een watercoach blijkt een aantal situaties op glastuinbouwbedrijven het meest frequent te leiden tot emissies richting het oppervlaktewater. Gelukkig zijn de meeste zichtbare lekkages, zodat ze relatief makkelijk op te sporen zijn.

Directe lozingen op het oppervlaktewater door glastuinbouwbedrijven zijn volgens Arthur van den Berg van Glastuinbouw Nederland bijna allemaal opgelost. Maar er zijn nog wel steeds kleinere reststromen die kunnen leiden tot emissies via gewasbeschermingsmiddelen of nutriënten naar het oppervlaktewater, met normoverschrijdingen tot gevolg. Daarom bezoeken watercoaches van Glastuinbouw Nederland teeltbedrijven.

Watercoachproject

Op grond van de ongeveer 40 tot 45 bedrijven die tot nu toe al bezocht zijn binnen het watercoachproject, blijkt er een top 5 samen te stellen van de meest aangetroffen situaties die emissies (kunnen) veroorzaken. Dit zijn overlopende drainsilo’s, bijvoorbeeld omdat er geen alarm aanwezig is, of omdat dit alarm niet meer functioneert. Vervuiling, onder andere van het kasdek of van de condensafvoer. Verder vervuiling van teelt-draingoten, bijvoorbeeld door een afgevallen tomaat die de afvoer verstopt. Ook lekkages van kranen of leidingen worden aangetroffen en diverse andere zichtbare lekkages op het bedrijf. En dan nog overige aandachtspunten, zoals losse druppelaars of scheefliggende matten.

Er zit altijd nog wel ergens een bacterie of een ander pathogeen dat zich weer gaat vermenigvuldigen

Onderzoeker Jim van Ruijven van de businessunit Glastuinbouw van Wageningen University & Research (WUR) benadrukt dat goed uitgangswater van het grootste belang is om te voorkomen dat er irrigatiewater geloosd moet worden. Evenals het bewaken van de waterkwaliteit in het irrigatiesysteem, onder andere door pathogenen (ziekteverwekkers) te bestrijden. Waarbij gebruik van een ontsmetter niet mag leiden tot de gedachte dan alles dan wel goed zal gaan.

Kiemgetal

“Het is een illusie dat je steriel kunt telen. Als water de ontsmetter verlaat, kan het direct daarna alweer besmet raken in het leidingstuk erna. Er zit altijd nog wel ergens een bacterie of een ander pathogeen dat zich weer gaat vermenigvuldigen. Kijk dus goed naar je hele distributiesysteem. Misschien moet je in de waterbuffer al iets doen, zodat de waterbehandeling beter gaat. En in de schoondrain kan de gemeten waterkwaliteit prima zijn, maar het moet bij de wortels gezond zijn. Kijk of je daar kunt zorgen voor een weerbaar substraat en wortelsysteem, zodat dit in staat is om een stootje op te vangen als er toch een ziekte met het irrigatiewater meekomt.”

Analyses, die met een kiemgetal de pathogenenbesmetting aangeven in het water, zijn een goede indicatie of de ontsmetter goed werkt. “Maar zo’n kiemgetal is wel gebaseerd op een laboratoriummeting op een petrischaaltje. Minder dan 1% van de aanwezige bacteriën groeit op zo’n plaatje. Dus het kiemgetal zegt nog niet of je water goed of slecht is.”

Zilver

Naast ziektes kunnen ook te hoge gehaltes aan bepaalde voedingselementen reden zijn om gietwater te moeten lozen. Van natrium is bekend dat drempelwaardes hoger liggen dan waar voorheen gedacht werd dat er kans op gewasschade kan gaan optreden. Over andere elementen is de kennis beperkter. Bijvoorbeeld over zilver, dat vrij kan komen bij met zilver gestabiliseerde waterstofperoxide. Verder zijn teeltomstandigheden van belang. Zo heeft bijvoorbeeld de pH grote invloed op de grenswaarde van zink, dat afkomstig kan zijn van kasconstructiemateriaal.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin