Bij drinkwaterinlaatpunten in de Maas en Lek vindt bijna jaarlijks een innamestop plaats van water doordat teveel resten van bestrijdingsmiddelen wordt aangetroffen.
Die stop is voor enkele dagen tot een maand. Dat schrijft milieuminister Melanie Schultz van Haegen in antwoord op kamervragen. Drinkwaterbedrijven vangen dat op met spaarbekkens. De kamervragen zijn gesteld nadat vorige maand duidelijk werd dat het drinkwater van 1,3 miljoen mensen was vervuild met dimethoaat. De vervuiling komt uit de Bommelerwaard, maar nog niet duidelijk is of dat afkomstig is van een teeltbedrijf.
De norm voor de inname van oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater is 0,1 microgram/liter. De mate van aangetroffen normoverschrijdingen varieert. Bij een incident met dimethomorf in 2012 door lozing van een sierteler bedroeg de maximale concentratie bij het innamepunt 2,6 microgram/liter. Bij het actuele incident met dimethoaat was dit 0,29 microgram per liter. Bewoners hebben daardoor geen gezondheidsrisico’s gelopen.
Volgens Schultz van Haegen zijn incidenten zijn nooit uit te sluiten en vormen ze geen directe aanleiding voor aanscherping van het reguliere beleid. Dat beleid is verwoord in de nota «Gezonde Groei, Duurzame Oogst» en is gericht op het reduceren van de milieubelasting als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. In deze nota zijn onder meer maatregelen aangekondigd voor de landbouw om de waterkwaliteit te verbeteren. Dit zijn onder andere het verbreden van de verplichte teeltvrije zone, het verhogen van het percentage driftreductie van 50 procent naar 75 procent in de open teelten en het verplichten van het zuiveren van afvalwater door de glastuinbouw. Aanvullende maatregelen zijn alleen aan de orde indien zou blijken dat de overeengekomen maatregelen niet leiden tot het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water.