Staatssecretaris Menno Snel heeft de forfaitaire rendementen in 2019 voor box 3 bekendgemaakt.
Het rendement op het spaardeel in box 3 gaat omlaag naar 0,13%, voor beleggen stijgt het aangenomen rendement naar 5,6%.
Forfaitaire rendement lager
Voor de zogeheten rendementsklasse I (sparen) wordt sinds dit jaar voor de bepaling van het forfaitaire rendement dichter bij het actuele gemiddelde werkelijke rendement aangesloten. In het verleden werd uitgegaan van een voortschrijdend gemiddelde van 5 jaren, gerekend vanaf 2 jaar voor het aangiftejaar. Nu wordt uitgegaan van het spaarrendement over de meest recente beschikbare periode van 12 maanden. Dat is van juli tot en met juni van het jaar voorafgaand aan de aangifte. Hierdoor komt het forfaitaire rendement lager uit.
Lees verder onder de foto
Rendement op beleggen
Voor het rendement op beleggen (rendementsklasse II) wordt uitgegaan van een meetkundig gemiddelde waarin het langetermijnrendement van het voorgaande jaar (2018) voor 14/15e deel weegt en het jaarrendement van het daaraan voorafgaande jaar (2017) voor 1/15e deel. Dit deel van het forfaitaire rendement komt dus hoger uit.
Het heffingsvrij vermogen gaat in 2019 naar € 30.360.