De waardering voor de Nederlandse boeren en tuinders is de laatste 2 jaar stabiel gebleven op een vrij hoog niveau. Met name de open tuinbouwteelten en de akkerbouw scoren hoog.
Dat blijkt uit de Agrifood Monitor 2018. Bij de opening van de Dutch Agri Food Week vanmiddag in Den Haag door landbouwminister Schouten, maakte onderzoeker Machiel Reinders van Wageningen Economic Research de eerste resultaten bekend gemaakt van de vierde editie van dit elke 2 jaar uitgevoerde onderzoek.
Lage score varkenshouderij
De varkenshouderij en de pluimveehouderij scoren van alle deelsectoren het laagst. “Maar ook die sectoren zitten niet ver van het gemiddelde van alle agrarische en andere sectoren”, aldus onderzoeker Machiel Reinders. Op een schaal van 1 tot en met 7 toch altijd nog op een 4.
Opmerkelijk is verder nog dat de glastuinbouw het qua waardering nog beter doet dan de melkveehouders of de supermarkten.
Lees verder onder de tweet.
Minister Schouten is vanochtend te gast bij @WNLVandaag om te praten over de waarde van voedsel en de @DAFWeek 2018. Ze spreekt ook haar waardering uit voor alle boeren, akkerbouwers, tuinders en vissers die iedere dag vol passie werken aan ons voedsel. #bedankdeboer pic.twitter.com/oFz0CxHahg
— Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit (@minlnv) 5 oktober 2018
Financiële sector net beter dan varkensboeren
Als referentie is ook de waardering van een aantal algemene bedrijfssectoren in het onderzoek meegenomen. De financiële sector en de chemische industrie doen het daarvan het slechtst, maar nog wel net iets beter dan de varkensboeren.
Ongevoelig voor affaires of weinig betrokken
Uit het feit dat de waardering van de Nederlander voor boeren en tuinders sinds 2012 niet wezenlijk is veranderd maakt onderzoeker Reinders op dat de ondervraagden kennelijk door incidenten zoals de fipronil-affaire heen weet te kijken. “Maar mogelijk wijst het er ook op dat mensen gewoon niet zo nauw bij de agrarische sector zijn betrokken.”