“Nu nog enkele dagen in Cobelius, daarna volgen Sofia en Staedia”, stelt Stefan Jongejan in Oudenhoorn. In de teelt van spruitkool werkt hij samen met zijn collega’s Gerrit Arkenbout en Bouwe Piek.
De vraag hoeveel Cobelius hij nog moet plukken, kaatst hij terug met een wedervraag: “Staand of liggend?” Hij vervolgt: “We hebben nog een hoekje Cobelius te gaan, die planten hangen behoorlijk.” Dat verschijnsel heeft een duidelijke link met het beregenen tijdens de zomer. “Waar we met de haspel voldoende water konden brengen, staat het gewas er mooi bij, waar dat niet ging, ligt het nu plat. Je hebt altijd wel van die stukjes waar je met een kanon niet goed kunt komen. Dat zie je nu terug.”
Meer fitnessbewegingen
De verklaring is wat Jongejan betreft voor de hand liggend. Waar de groei van het gewas door de droogte wat langer stil stond, leidde de eerste natuurlijke neerslag tot te felle groei. “Die zijn slap en gaan ondersteboven.”
Voor de pluk heeft het weinig consequenties. “We kunnen nog steeds vier rijen doen, maar je moet af en toe wat meer fitness-bewegingen maken om de planten in je handen te krijgen. We moeten het probleem trouwens niet groter maken dan het is, want het overgrote deel van de planten staat er gewoon mooi bij, het zijn echt maar een paar hoekjes die wat meer inspanning vragen.”
Lees verder onder de foto.
Geen goed alternatief
Over de kwaliteit van de spruiten van Cobelius is hij niet heel enthousiast. “Die is matig”, oordeelt hij. “De insectengevoeligheid is voor dit ras wel een dingetje, daar kun je in onze regio niet omheen. En verder is het ras gevoelig voor bacterieziek, met name als planten hangen. Daar staat tegenover dat Cobelius volgens ons het enige grove ras is voor eind november, begin december. De echte november-rassen zijn aan het slijten en voor Staedia is het nog net te vroeg. We zien ook geen goed alternatief in deze periode. Sofia en Staedia zijn wel gezond.”
Zorgen rond late koolvlieg
Jongejan komt nog even terug op de late koolvliegbestrijding, naar aanleiding van wat hij hierover heeft gehoord en gezien op het Spruitkoolplatform op 15 november in Zevenhuizen. Dat stemt hem niet optimistisch: “We zien vanuit de chemische hoek geen ontwikkelingen met middelen tegen late koolvlieg, of met schema’s waarvan je het gevoel hebt dat ze afdoende zijn. Het werkt allemaal een beetje, en dat is het dan. Dat vind ik zorgelijk, want ook uit de niet-chemische hoek ontbreekt het aan ontwikkelingen. Mocht iemand toch nog een oplossing tegen late koolvlieg uit de hoed weten te toveren, moet hij zich vooral melden.”
Auteur: Joost Stallen