​‘Vrucht helpen om er eerder af te komen’

Paul Kaashoek: “Het laatste rondje toppen, waar we nu mee bezig zijn, is dan ook hard nodig. Anders wordt het wel héél vol bovenin.”

De grofheid en kwaliteit van de vruchten is goed. Rond week 37 en 38 is er nog veel zetting geweest. “Het is nu de vraag wat het weer gaat doen. Krijgen we nog genoeg licht om het laatste zetsel goed uit te laten groeien?” Gebruikelijk is om de eerste week van november te stoppen. Alleen als het mooi uitgroeit en de markt zou nog gunstig zijn, dan kunnen we nog net iets langer doorgaan.”

Constante productie gehad

De productie is een hele tijd best heel constant geweest, tussen de 1 en 1,5 kilo per week. Afgelopen week (week 38) was dat wat minder. En daarna zal het nog wat zakken, want dan kom je in het productie-gaatje tussen het laatste en een-na-laatste zetsel terecht.”

Temperatuur graadje verhoogd

De klimaatinstellingen zijn iets aangepast. Waar die de laatste weken op een nacht- en dagtemperatuur van 18 en 21 graden Celsius stonden, is de nachttemperatuur een graad verhoogd naar 19 graden. De ventilatielijn, die kort op de stooklijn stond, is ook een graad omhoog gebracht naar 22,5 tot 25 graden Celsius. “Je wilt de vrucht toch wat helpen om er eerder af te komen. Maar om een etmaal van 22 graden te halen, moet je je best doen. Want de dagen worden toch korter.”

Gewas actief houden

Nu het vochtiger wordt, zorgt Kaashoek altijd dat er óf een minimum-raamstand wordt aangehouden, óf dat er een minimumbuis in staat. “We hebben er de hele dag altijd een minimum-raamstand in staan. Die gaat er pas uit als de temperatuur op de stooklijn komt. Zodra die minimumraamstand eruit gerekend is, streven we ernaar om toch een minimumbuis aan te houden, om zo activiteit in het gewas te houden.”

Steeds later drain realiseren

Waar er bij de watergift naar gestreefd werd om rond de middag drain te hebben, wordt dat nu steeds later vanwege het afnemende buitenlicht. “Toch sta je er van te kijken hoeveel instraling je nog hebt. Met 1.500 joules zit je nog op 2,5 keer de instraling. Maar meer dan een maximum van 20% drain wil ik niet meer hebben.”

Alert blijven op luis

Het gewas heeft geen last van ziektes of plagen. Voor alle zekerheid is wel een behandeling met Verimark uitgevoerd, voordat de kop uit het gewas ging. Maar de geringe hoeveelheid in de kas aanwezige luis gaf daar geen aanleiding toe. “Stel dat er nog een luisje gaat opkomen, dan gaan we er nog een keer langs. Maar nu is dat absoluut nog niet nodig.”

Auteur: Peter Visser