‘Vroege planting dit jaar niet beloond’

Het ras Proloog bij Erwin van Mierlo van Ploegdonk in Someren begint in week 14 wat te hergroeien.

Tijdens mooi voorjaarsweer werden er volop vruchten aangemaakt, en verliep de productie op de stam goed, maar vanwege de opvolgende donkere periode viel de doorgroei daarna tegen tijdens de productie op de ranken. “Het is dit jaar echt extreem met de wisselingen tussen zonniger en donkerder weer. Als je alles bij elkaar optelt, valt het denk ik nog wel mee met de totale lichtsom. Maar je hebt steeds of periodes met of heel veel licht, of juist dagenlang heel donker weer.” Dat resulteert in meer productiegolven. “Nu hebben we ook even flink productie, maar dat zie ik straks wel weer gaan afnemen.”

De bloei gaat nu wel door, en het blad komt terug. “Maar dat heeft te lang geduurd. Dit jaar is ons vroege planten door de prijsvorming in februari en begin maart niet beloond. Dat is jammer. Bij telers die eind januari pas hebben geplant, gaat het beter. Die snijden nu makkelijker door.”

Groeizamer

Van Mierlo heeft constant op groei moeten werken. Tot nu toe werd nog wel veel geschermd. Maar nu het buiten wat groeizamer wordt, benut hij dat door wat minder te gaan schermen. Na een nacht van 17 graden Celsius wordt niet te hoog opgestookt met 19,5 graden, om te proberen de vruchten die erop hangen sterk te houden. Als de nachten weer kouder worden, wat voorspeld wordt, dan gaat hij weer 18 graden Celsius in de nacht stoken.

Laag meegedruppeld

Ook met de EC wordt de gewasgroei geholpen. “We hebben laag meegedruppeld. Maar we doen dat wel lichtafhankelijk. Met donker regenachtig weer gaan we terug naar een hogere EC.” De EC in de mat is gezakt, wat aangeeft dat het gewas ook wat met de aangeboden voeding doet.

Spint vraagt aandacht

Bij de plagen is het alleen spint die steeds alle aandacht blijft vragen. “Om de twee weken blazen we er roofmijten in. Daar gaan best veel uren werk in zitten. Op 7,5 hectare is er anderhalve dag iemand mee bezig. Maar we blijven volhouden. Als het niet echt nodig is, wil ik geen chemische correctie gebruiken.”

Tegen de niet noemenswaardig aanwezige trips en wittevlieg worden swirskii en encarsia uitgezet.

Aan schimmelbestrijding heeft hij nog niets hoeven doen.

Toppen hogedraad

In de afdeling met een hogedraadteelt was het oorspronkelijk de planning om in de eerste week van maart te gaan toppen, en het aantal stengels te verdubbelen van 1,5 naar 3 per vierkante meter. Vanwege wat broeikoppen is dat een week vervroegd naar de laatste week van februari. “De scheuten kwamen er perfect uit, en de komkommers kwamen er goed af. Maar toen ‘ging de lamp uit’ en kwamen de vruchten er niet meer af.” Onder die omstandigheden was het vrij vroeg om al op drie stengels per meter te zitten.

“We hebben daarom rond 25 maart nog een keer getopt, om met één scheut verder te gaan. Gewoon om de groei boven in te dammen.” De stengeldichtheid is daarbij dus op 3 gehandhaafd. Momenteel is hij bezig de aangemaakte scheuten weer te clippen.

Het hogedraadgewas is inmiddels goed aan het lossen. De productie zal met de hoge stengeldichtheid nu uit gaan lopen op de traditionele teelt, na een tijdelijk opgelopen achterstand. “Straks zullen we zien of de overgang naar de productie op de scheuten ook goed gaat. Drie keer toppen is veel, maar binnenkort weten we of die extra laatste keer rendement heeft opgeleverd.”

Kwalitatief zijn de komkommers nog steeds prima. “Topspin is een ras dat goede komkommers geeft. Alleen de vroegste komkommers, voor het topmoment, waren kwalitatief iets minder.”