“Volgende week beginnen we met de eerste oogst van bleekselderij. Vorig jaar liepen we in juni in de modder. Het ziet ernaar uit dat we dit jaar op badslippers kunnen oogsten”, grapt Jeroen Beaard in Haarsteeg op 31 mei. “Het was weer een voorjaar met extremen, maar we zijn er dit keer goed doorheen gekomen.”
Het planten verliep half maart nog wel in vrij natte grond, maar in april werd de regenhaspel al van stal gehaald. “We hebben regelmatig moeten beregenen, want het was gewoon te droog. Toen kwam er ook nog die nachtvorst overheen, terwijl we het doek al verwijderd hadden. Het gewas was te groot om het doek nog langer te laten liggen en we konden het ook niet meer terugleggen. Ik heb die nacht dus ook maar beregend en dat is goed uitgepakt, er zit geen vorstschade in. Het heeft natuurlijk pittig gevroren, maar het scheelt wel dat het maar een paar uur in de vroege ochtend was. Bij vorst in het najaar vriest het veel langer. Dan krijg je schade aan het blad, maar ook op de nerven.”
Geen schot
Verschil in aanleg voor schot is er tussen de rassen Kelvin en Conga dit jaar niet. “Er zit helemaal geen schot in. Vorig jaar was dat wel anders. Dit jaar hebben we wel een paar koude nachten gehad, maar ook meer zonuren en meer licht. Ik denk dat dit de vorming van schot wel heeft voorkomen.” Ook op andere eigenschappen scoren beide rassen dit jaar vrijwel vergelijkbaar. “Er zitten wat minimale verschillen tussen, maar daar mag je echt geen conclusies uit trekken.” Vanaf week 23 plant Beaard de rassen Kelvin en Plato.
Effect beregenen
In week 22 was Beaard ‘volle bak’ aan het beregenen. “De haspel draait elke dag, we kunnen het bijhouden. Ik beregen het liefste ’s avonds of ’s morgensvroeg. Dan heeft beregenen het meeste effect en heb je ook minder last van de wind. Overdag met wind en zon krijg je het water niet op zijn plaats en zakt het ook niet door in de grond.”
Wieden in de rij
Tegen bladluizen voerde Beaard een bespuiting uit met Calypso en tegen onkruid was na Boxer na het planten en een keer schoffelen nog aanvullend wieden nodig. “Met name tussen de planten in de rij waar we met schoffelen net niet zijn geweest.”
Auteur: Stan Verstegen