Nederland heeft met andere EU-landen vooruitgang geboekt bij het oplossen van uitvoeringsproblemen bij GMO, onder andere bij prijszetting door afzetorganisaties.
Verschillende landen lopen aan tegen problemen bij de uitvoering, waarna een informeel overleg startte tussen landen. Twee weken geleden vergaderden 14 landen in Newcastle en formuleerden daar gezamenlijk oplossingen voor een deel van de problemen. Na consultatie door andere landen, volgen hieruit naar verwachting snel voorstellen. Dat staat los van de hervormingsdiscussie voor GMO die binnenkort start.
Volgens het Productschap Tuinbouw (vertegenwoordiger van Nederland in het besluitvormende EU-beheerscomité groente en fruit) zijn op drie punten echt concrete zaken voorgesteld en afgestemd. Eén daarvan is op het voor Nederland belangrijke punt prijszetting, stelt beleidsmedewerker Wim Moningka. “Er is over gesproken dat de producentenorganisatie de prijs bepaalt. Dat moet duidelijker worden opgeschreven. We weten allemaal wat de invloed van retail is, maar het is de producentenorganisatie die de prijs bepaalt.” Volgens Moningka betekent het niet dat de positie van producentenorganisaties verandert. “Je moet daar niet teveel achter zoeken, het gaat om duidelijkheid van de GMO-regelgeving.”
De koepel voor afzetorganisaties DPA gaat ervan uit dat het overleg dè bottleneck voor de Nederlandse teelt kan oplossen, namelijk de positie van telers bij de afzet. Directeur Hans van Es: “We denken dat telers inspraak moeten hebben, zonder dat daar sprake is van beïnvloeding. Hiervoor zullen we een oplossing moeten vinden.”
Volgens Moningka is ook gesproken over uitbesteding van taken, democratische controle, transnationale unies van producentenorganisaties en milieumaatregelen. Niet op alle punten vonden de landen overeenstemming.