Als je tijdens de nieuwjaarswensen even niet meer weet wat je nu toch weer met je schoonzus kunt bespreken, is er altijd die ene uitvlucht: “En? Heb jij al goede voornemens gemaakt?”
Ik sprak vorig jaar met mezelf af dat ik minder wilde werken omdat ik naast gezin, werk en bedrijf vooral aandacht voor mezelf wilde hebben. Zoals vaak met goede voornemens mislukte dat. Op het bedrijf zat het financieel niet mee, dus ging ik zonder na te denken juist meer werken. Ik hield me niet aan mijn voornemen, ik deed juist het tegenovergestelde met enorme moeheid tot gevolg.
Reflex
Het is een reflex; als het niet goed gaat, gaan we harder werken. Logisch op de korte termijn, want er moet brood op de plank. Maar op de lange termijn mis je het moment om stil te staan bij wat echt nodig is. Met alleen hard werken red je het niet. Je wordt moe, maakt fouten, mist visie. En belangrijker: vaak zit verlies niet in te weinig werken, maar in heel andere factoren. Die trek je niet recht door meer van hetzelfde te doen. Dat weet ik best, maar toen ik er midden in zat leek die kennis ver weg.
Leren van falen
Bij het mislukken van goede voornemens is het belangrijk om te bedenken waarom ze mislukten. Vaak willen we daar niet bij stilstaan, want dat voelt als persoonlijk falen. Falen doet pijn. Of het nu om een goed voornemen gaat of een slecht resultaat binnen het bedrijf betreft. Dus stoppen we het weg. Dat is zo zonde, want van falen kunnen we zoveel leren.
Dat is namelijk het mooie van mislukken; je kunt altijd weer opnieuw beginnen
Vraag daarom eens aan je schoonzus wat haar voornemens voor 2019 waren. Als ze zijn mislukt, vraag dan naar de reden dat ze mislukten en wat er voor nodig is om het dit jaar wel te laten slagen. Dat is namelijk het mooie van mislukken; je kunt altijd weer opnieuw beginnen.