De Raad van State besluit dat WarmtelinQ, de warmtetransportleiding tussen Vlaardingen en Den Haag mag worden afgebouwd.
Alle ingediende bezwaren tegen de aanleg van de warmtetransportleiding tussen Vlaardingen en Den Haag zijn niet ontvankelijk of ongegrond verklaard. Daarmee kan de uitvoering op het grondgebied van de gemeente Den Haag nu in gang gezet worden. In de overige gemeenten van het tracé was de uitvoering al gestart. De gemeente Den Haag verzette zich tegen deze warmteleiding.
Restwarmte uit de Rotterdamse haven
Gasunie legt WarmtelinQ aan, een ondergrondse leiding waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven kan worden gebruikt om huizen en bedrijven in Zuid-Holland te verwarmen. De leiding loopt van de Rotterdamse haven via Vlaardingen naar Den Haag.
De warmtetransportleiding komt door Midden-Delfland en langs Westland en Oostland en kan na koppeling met warmtenetwerken in die glastuinbouwgebieden zorgen voor extra warmtecapaciteit of afname van warmte uit geothermieprojecten. Eind 2021 werd besloten onderzoek te starten naar koppeling van lokale netwerken aan WarmtelinQ en de voorwaarden waarop dat zou moeten gebeuren.
Bezwaar tegen fossiel
De gemeente Den Haag, Den Haag Fossielvrij, CMAG en de Stichting Gemeente Belangen Energievoorziening maakten bezwaar tegen het gebruik van restwarmte afkomstig van fossiele bronnen uit de Rotterdamse haven. Zij wilden dat Den Haag wordt verwarmd met gebruikmaking van lokale, duurzame warmtebronnen en waren van mening dat WarmtelinQ geen duurzame warmte biedt. De rechter oordeelt dat lokale warmtebronnen als aardwarmte opgenomen kunnen worden in het warmtenetwerk. Dat argument wijst de rechter dus terzijde.
De Bomenstichting vreesde dat het plan negatieve gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. Ook meenden zij dat de warmteleiding de bodem dermate zou verwarmen dat bomen in de omgeving van het leidingtracé beschadigd raken.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/