“Als het donker en koud is hoef je geen XenTari te spuiten, want dan werkt het gewoon niet. Een zonnetje en een beetje temperatuur zijn écht noodzakelijk voor een goed effect tegen rupsen.” Dat zegt David van de Graaf, bedrijfsleider bij Vogelaar Fruitcultures in Krabbendijke. De afgelopen jaren deed hij – zowel in de biologische als gangbare teelt – ervaring op met het rupsenmiddel.
David is sinds vier jaar bedrijfsleider bij Vogelaar Fruit Cultures in Krabbendijke, een bedrijf met zo’n 160 hectare appel en peer. “Ik houd me vooral bezig met de praktische kanten van de bedrijfsvoering, zoals de bemesting en de gewasbescherming. Papier- en computerwerk horen er natuurlijk ook bij, maar het liefste ben ik buiten in de boomgaard bezig”, zo vertelt hij in de bedrijfskantine.
Van de Graaf werkte hiervoor een aantal jaren als adviseur bij Delphy, waarin hij dicht op het onderzoek zat en ook veel kennis vanuit de biologische teelt opdeed. “Een mooie en leerzame tijd, maar ik miste het praktische werk. Dagelijks buiten bezig zijn is voor mij belangrijk; dat kan op dit bedrijf vrijwel elke dag”, zo motiveert hij zijn overstap naar zijn huidige werkgever.
Overzicht houden, strak plannen en vooral niks op z’n beloop laten zijn volgens Van de Graaf de belangrijkste skills om een groot areaal fruit te kunnen managen. “Vooral in het groeiseizoen zitten we er zogezegd ‘heel strak op’ en kunnen we soms zelfs geen dag missen als het om de bestrijding van ziekten en plagen gaat. We hebben dan wel drie meer-rijige spuiten en twee één-rijige spuiten ter beschikking, maar dan nóg hebben we minimaal twee dagen nodig om het hele areaal te kunnen spuiten. Goed anticiperen op het weer en niks uitstellen als het vandaag kan zijn bij ons hele belangrijke credo’s”, zo verduidelijkt hij nog maar eens.
Druk rupsen op laag niveau
Die strakke werkwijze geldt ook voor rupsenbestrijding op het bedrijf. Van de Graaf vertelt dat de rupsendruk al jaren op een redelijk laag niveau ligt. “Dat moet ook wel, want als dat op een bedrijf met onze omvang uit de hand loopt, dan ben je niet zomaar weer terug op een laag niveau. Een bespuiting tegen rupsen slaan we dan ook niet gauw over.”
Feitelijk zijn we al met XenTari begonnen na het wegevallen van het middel Runner in 2020
De afgelopen jaren heeft het bedrijf veel ervaring opgedaan met het biologische middel XenTari. Niet alleen op het biologische areaal van het bedrijf (ca. 15 hectare), maar ook op het grootste deel van het gangbare areaal appel en peer (ca. 145 hectare). “Feitelijk zijn we al met XenTari begonnen na het wegevallen van het middel Runner in 2020. Er was toen nog wel een chemisch alternatief (Steward, red.), maar dat hebben we niet ingezet vanwege de nadelige gevolgen voor nuttigen. Verder had ik het geluk dat ik XenTari al wat langer kende vanuit de tijd dat ik bij Delphy werkte. Het werd toen al veel ingezet op biologische bedrijven, waardoor ik al enigszins wist wat de voorwaarden zijn voor een goede werking”, zo blikt hij terug.
Xentari heeft zonnetje nodig
Volgens Van de Graaf zijn er prima resultaten te behalen met XenTari – al horen daar wat hem betreft wel een paar duidelijke voorwaarden bij. “Het allerbelangrijkste is dat het zonnetje schijnt. Zonlicht is namelijk nodig om de bacillus-bacterie in het middel actief te maken. Verder mag het ook niet te koud zijn; 7 à 8 graden is toch wel het minimum. XenTari inzetten bij donker en koud weer heeft echt geen enkele zin, want het werkt dan gewoon niet. Ik heb dat zelf ook wel eens ervaren toen ik het bij donkerder weer spoot. Je hoopt dan: het zal toch nog wel iets werken…? Maar dat is dus niet zo. Het middel doet dan zo goed als niets. Je moet dus heel erg kien zijn op de weersverwachting en alleen spuiten onder optimale omstandigheden”, zo vat hij de meest essentiële boodschap samen.
Ook belangrijk is om het optimale tijdstip voor inzet van XenTari direct aan te grijpen en niet af te wachten. Van de Graaf: “Met de inzet van chemie kun je vaak nog wel een paar dagen schuiven, met biologische middelen zoals XenTari meestal niet. Het vraagt dus ook om een andere mindset; het is nog meer vooruitkijken naar de weersverwachting en spuiten op het beste moment. Met bio-middelen kun je niet zeggen: het past me vandaag niet. Nee, het moet juist vandaag gebeuren.”
Feitelijk zijn we al met XenTari begonnen na het wegevallen van het middel Runner in 2020
Spuiten op ervaring en gevoel
Wat betreft de spuittechniek is het vooral belangrijk dat de bomen – en dus ook de rupsen – zo volledig mogelijk geraakt worden. Van de Graaf zegt daarbij vooral af te gaan op zijn ervaringen en gevoel – en durft er niet direct een ‘advies’ voor collega’s aan te koppelen. “Meestal gebruiken we zo’n 300 liter water. Dat iets meer dan de gebruikelijke 250 liter, maar ook weer niet zoveel dat de bomen gaan druipen. Verder houden we voor de meer-rijige spuit een gemiddeld rijsnelheid van 6,8 km/uur aan. Dat is iets langzamer dan normaal; vooral om voldoende werveling in de boom te krijgen. Om die reden blazen we ook liever niet te hard; richting het einde van de oogst voeren we het toerental hooguit op naar 1600 tot 1630 tpm.
Verder hebben we XenTari tot dusver altijd solo ingezet, vooral om zeker te zijn dat andere middelen of meststoffen geen afbreuk doen aan de effectiviteit. Bij XenTari gaat het toch om een levende werkzame stof; die wil je zo goed mogelijk tot zijn recht laten komen. Maar nogmaals; Feitelijk zijn we al met XenTari begonnen na het wegevallen van het middel Runner in 2020”, aldus de bedrijfsleider.
Lees verder voor het hele artikel: Bayer Crop Science – NL – ‘Voor een goed effect tegen rupsen móet het zonnetje schijnen’ | Bayer Crop Science SA-NV