In de formatie is niets zeker, totdat de ministers en staatssecretarissen zijn beëdigd. Maar zoals de kaarten nu liggen lijkt niets de benoeming van Carola Schouten tot minister van landbouw in de weg te liggen. De veronderstelde naam voor het ministerie: Landbouw, Voedselkwaliteit en Regio.
Carola Schouten (1977) kwam de afgelopen maanden vooral in beeld als medeonderhandelaar voor de ChristenUnie bij de informatie. Zij zat en liep naast fractievoorzitter Gert-Jan Segers bij de besprekingen.
Schouten is Kamerlid sinds mei 2011, daarvoor was ze in de Kamer werkzaam als beleidsmedewerker voor de fractie van de ChristenUnie. Ze groeide op in een vrijgemaakt-gereformeerd gezin op een melkveebedrijf in Giessen, in het Land van Heusden en Altena. Nadat haar vader overleed als gevolg van een tragisch bedrijfsongeval, stond haar moeder er samen met haar drie dochters alleen voor. Schouten daarover in Trouw: ‘Ze had niet alleen haar eigen verdriet, maar moest ook haar drie kleine kinderen troosten én de boerderij gaande houden. Het is haar allemaal gelukt. Het is ons gelukt. We hebben het gered’.
‘Het bedrijfsmatige vond ik leuk, ik had niet zoveel met het boerenleven an sich’
Carola Schouten draaide als jonge tiener vervolgens volop mee in het bedrijf en richtte zich met name op de financiën, investeringen en de inkoop van grondstoffen.
In de Volkskrant zei ze daarover: ‘Het bedrijfsmatige vond ik leuk, ik had niet zoveel met het boerenleven an sich. Mijn oudste zus deed de dieren, mijn jongste zus deed meer het huishouden. Die rolverdeling liep door elkaar, ik weet ook wel hoe ik een koe moet melken. We hadden zeventig melkkoeien. En we verbouwden mais en bieten als veevoer’.
Toch wilde ze geen boerin blijven. ‘Ik had meer met ondernemen dan met het boerenleven. Dat moet je niet romantiseren. Het is een snoeihard bestaan, zonder vakantie’, vertelde ze begin dit jaar aan het blad Forum van de ondernemersorganisatie VNO-NCW.
‘De intentie van een wet kan goed zijn, maar in de praktijk blijkt de wet niet goed te werken’
Schouten studeerde bedrijfskunde in Rotterdam, waar ze als zeventienjarige ging wonen. Als stagiair bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid keek ze naar de invloed van wetgeving op de keuzes van ondernemers. “Politici onderschatten de enorme impact die wetgeving kan hebben.” Ze vindt dat politici de moed moeten hebben fouten toe te geven. “De intentie van een wet kan goed zijn, maar in de praktijk blijkt de wet niet goed te werken. Dan moet je dat gewoon toegeven en zorgen voor een goed herstel. Een ondernemer schiet ook niet altijd raak.”
Haar stap naar de politiek was eerder een gevolg van de interesses die ze had, dan een bewuste keuze. ‘Ik werd beleidsmedewerker bij de ChristenUnie en raakte geïnteresseerd in de politieke kant. Je kunt zeggen dat ik langzaam naar de politiek dreef’, zei ze in Forum.
‘Scherp en kundig onderhandelaar’
Binnen de ChristenUnie richtte zij het ondernemersnetwerk op. Voor haar gaat het niet alleen om de markt of de overheid. “Ik heb van huis uit meegekregen dat je verantwoordelijkheid moet nemen in de samenleving die niet alleen uit de overheid of de markt bestaat. Voor werkgevers is er meer dan winst maken.”
Schouten wordt gezien als een scherp en kundig onderhandelaar. SGP‘er Elbert Dijkgraaf daarover in het Reformatorisch Dagblad: ‘Ze kan onderhandelen, ja. Hard als het nodig is, maar nooit irritant hard’. Schouten weet dat een onderhandeling alleen succesvol kan worden afgerond als alle partijen tevreden zijn.
In Trouw zei ze in 2014: ‘Soms denk ik: zou mijn vader het goedvinden wat ik doe? Hij was een oprechte, eerlijke man. Kon slecht tegen onrecht, hield niet van gedraai of gedoe. Ik zou hem willen eren door te laten zien dat de waardes die hij toen belangrijk vond, de waardes zijn die ik nu probeer na te leven’.