“Afgelopen vrijdag heb ik de laatste spruiten geplukt”, vertelt biologisch teler Chris van der Sterre uit Bleiswijk. Die laatste plukdag was 11 december, het ras Neptuno.
Het was de bedoeling te oogsten tot de jaarwisseling, maar dat bleek geen haalbare kaart. De oorzaak is light leaf spot, met name onderin het gewas. “Ergens in oktober heb ik de onderste spruiten eraf gedrukt, om energie vrij te maken voor de uitgroei van de bovenste spruiten. Die lage spruiten zaten volledig onder de zwarte spikkels, die waren waardeloos. Het viel me nog mee dat die aantasting niet tot bovenin de planten zat. Ik denk dat de infectie er in september is ingekomen toen het gewas volop in het blad zat. Dan blijft het gewas lang vochtig. Ik dacht eerst aan Alternaria. Na onderzoek wist ik pas echt wat er loos was.”
Verschil in gevoeligheid per ras
Van de drie rassen die Van der Sterre dit seizoen teelde – Nautic, Steadia en Neptuno – is Neptuno het meest gevoelig voor de nieuwe schimmel gebleken. “Nautic vertoonde de minste verschijnselen, Steadia zat er tussenin. Daarbij speelt waarschijnlijk ook dat Nautic en Steadia eerder van het veld waren.”
Van der Sterre haalde de laatste pluk enkele weken naar voren, omdat hij bang was dat de schimmel ook het bovenste deel van de planten bij Neptuno zou aantasten. “Ik kon alle spruiten aan de fabriek kwijt. Om elk risico uit te sluiten, heb ik daarom besloten alles in een keer te plukken. Ik heb er overigens nog wel veel sorteerwerk aan gehad, vanwege de zwarte vlekjes, en vanwege witte roest en andere ziekten die er steeds meer in kwamen. Je doet immers helemaal niets aan schimmels.”
Uitdagend en goed
Terugblikkend is de biologische aanpak goed bevallen. “Laat ik het zo zeggen, de teelt is uitdagend en het saldo is goed. Ik ga komend jaar weer biologische spruiten telen. Als het resultaat dan gelijk is aan dit seizoen, wil ik er nu al voor tekenen.”
De afzet is in vergelijking met die van gangbare spruiten wel heel anders. “Daar moet je mee om kunnen gaan. Alles gaat echt op bestelling weg, voor een beperkte markt. Je kunt niet zeggen: ‘ik heb daar tien pallets spruiten staan, verkoop ze maar’. Dat betekende ook weleens dat ik niet kon plukken, vanwege het ontbreken van bestellingen. Dat was wel met de wetenschap dat ik ze altijd nog kwijt kon aan de industrie, die vroegen altijd wel naar biologische spruiten.”
Alle afnemers gebeld
Van der Sterre moest zijn afzet ook grotendeels zelf regelen. “Ik heb zowat alle bestaande en mogelijke afnemers in Nederland gebeld. Daar zaten er ook bij die dit jaar voor de eerste keer met spruiten begonnen. Wel vielen de gevraagde volumes me weleens tegen. De gangbare handel liep ook niet lekker door, dat heeft zijn weerslag op de biologische spruiten.”
De spruiten staan op gescheurd biologisch grasland van een veebedrijf. “Ik doe de grondbewerking. Ik ploeg wel later dan normaal, om het onkruid voor te blijven, en ik ploeg ondieper omdat dat beter is voor de vertering van het gras. Ik heb ook nog een eco-ploeg geprobeerd. Die is echt om ondiep te werken, maar daarmee red je het niet. Je krijgt er het gras niet goed onder, en bovendien werk je in grond die de acht voorgaande jaren niet geploegd is.”
De rassenkeus ivoor komend jaar is nog dubben: “In ieder geval Steadia en Nautic en misschien nog een vroeger ras. Over Neptuno moet ik nog even nadenken.”