Voedsel verduurzamen is niet eenvoudig. Op een symposium van TAPP Coalitie en Rabobank blijken de meningen zeer divers over de wijze waarop dit het best kan: beprijzing of normering.
De prijs van een product is de dominante factor bij de keuze door de consument. Dat zegt Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Hoewel mensen bereid zéggen te zijn om meer te betalen voor een duurzamer product, blijkt de daadwerkelijke gemiddelde bereidheid om dat ook te doen gering.
“De klimaatimpact van een product heeft weinig invloed op de bereidheid van de gemiddelde consument om hier meer voor te betalen”, aldus Snoep op het symposium van Rabobank en TAPP Coalitie.
Prijsverschil gangbaar en duurzaam verkleinen
De grote belemmering voor de verdere ontwikkeling van bijvoorbeeld biologische productie zit hem in een gebrek aan vraag, aldus Snoep. “De mogelijkheid om daar invloed op uit te oefenen is beperkt.”
Uit onderzoek van ACM naar de margeverdeling in de keten – de jaarlijkse Agro Nutrimonitor – blijkt zelfs dat biologische boeren een groter aandeel van de opbrengst krijgen dan boeren die gangbaar produceren. De marges voor de supermarkten zijn bij biologische producten lager dan bij gangbare producten.
Om de vraag te stimuleren, adviseert Snoep het prijsverschil tussen gangbare en duurzamere producten te verkleinen.
Voorbeeldrol van overheid voor duurzame inkoop
Ook de voorbeeldrol van de overheid, door zelf duurzaam in te kopen voor bijvoorbeeld bedrijfskantines, of het invoeren van keurmerken kan bijdragen aan het stimuleren van de vraag. Dat legt onderzoeker Willy Baltussen van WUR uit.
Als je overheidsmaatregelen neemt, moet je heel duidelijk weten wat je doel is
Rechtstreeks overheidsbeleid door in te grijpen in de prijs via btw-tarieven of accijnzen, wordt vaak genoemd als breed gedragen oplossing. Toch voorziet Reijer Janssen, directeur verbruiksbelastingen van het ministerie van financiën, dat dit lang niet altijd een optie is. “Als je overheidsmaatregelen neemt, moet je heel duidelijk weten wat je doel is. En dan kijken wat de meest doeltreffende maatregel is om dit te bereiken.”
Nadelen van btw-verlaging gezonde voeding
De vele wensen op het gebied van duurzame productie, bijvoorbeeld minder CO2-uitstoot, meer dierenwelzijn, gezondere voeding of minder stikstofuitstoot, gaan lang niet altijd hand in hand. Als je de btw op gezonde voeding zoals brood wil verlagen, geldt dat lage tarief automatisch ook voor taart. Dit omdat er Europese afspraken zijn voor btw-tarieven, door het fiscale neutraliteitsbeginsel op productgroepen.
Bovendien komt een btw-verlaging niet altijd volledig bij de consument terecht omdat zij elders in de keten niet volledig wordt doorberekend. Ook is er sprake van een internationale markt. Met een btw-maatregel of accijns kan het effect zijn dat je boeren in het buitenland stimuleert duurzamer te produceren, terwijl Nederlandse boeren juist meer voor het buitenland gaan produceren.
Janssen vindt het opleggen van een norm beter. Als voorbeeld noemt hij de verplichting dat vanaf 2035 alle nieuwe auto’s elektrisch moeten zijn. Dat is volgens hem veel effectiever dan dure subsidieregelingen om elektrisch rijden te stimuleren.
Verduurzamen winkelschap via norm
Landbouwminster Piet Adema zinspeelde eerder ook al op het verduurzamen van het winkelschap door een ondergrens in te voeren als het gaat om duurzame productie. Door internationale handelsafspraken is dit echter niet eenvoudig.
Onmogelijk is het volgens ACM-directeur Snoep ook niet. Europees kun je wel normen stellen voor bijvoorbeeld de CO2-footprint van producten, waarmee minder duurzaam geproduceerde producten een extra heffing krijgen opgelegd als ze in Europa worden geïmporteerd.
Vele kleine stappen of één grote zetten?
Mede omdat het vraagstuk van verduurzaming complex is, benadrukt Snoep liever vele kleine stappen te zetten. Het totale vraagstuk in één keer oplossen is volgens hem zodanig complex, dat dit veel te veel tijd kost om de zaak in beweging te krijgen.
Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid, ziet juist meer in het oplossen van de vraagstukken in één keer, onder andere via prijsbeleid rond voedsel. Door de vleesconsumptie en de consumptie van bewerkt voedsel te verlagen en de consumptie van groente en fruit te verhogen, ziet hij veel kansen voor het tegelijkertijd verbeteren van de volksgezondheid, het milieu en de biodiversiteit.
De werkelijke prijs berekenen van vlees, inclusief de milieudruk, leidt volgens hem tot 15 tot 30% duurdere producten. Door subsidie op groente en fruit te geven moet gezonde voeding toch toegankelijk worden gemaakt voor iedereen.
Verdienmodel boer centraal in landbouwakkoord
Het verduurzamen van de voedselproductie is onderwerp van gesprek bij het landbouwakkoord. Het verdienvermogen voor de boer staat daarbij centraal.