Doorgaan naar artikel

Voedingstuinbouw Duits Rijnland zucht onder loonkosten

Verder stijgende loonkosten dreigen de voedingstuinbouw in de Duitse Rijnregio de das om te doen. Het Ruhrgebied komt zonder bevoorrading uit de eigen achtertuin te zitten. Die vrees uit belangenorganisatie Provinzialverband Rheinischer Obst- und Gemüsebauer.

De voedingstuinbouw in het Duitse Rijnland, qua afzet vooral gericht op het Ruhrgebied, wankelt. Sectorbelangenorganisatie Provinzialverband Rheinischer Obst- und Gemüsebauer vreest dat de komende nieuwe regering in Berlijn op het punt staat de genadeklap uit te delen. En wel in de vorm van een verhoging van het minimumloon naar € 12 per uur (€ 2,40 meer dan nu). Dat is het plan dat de drie coalitiepartners SPD, FDP en de Groenen aan het smeden zijn in de onderhandelingen over een regeerakkoord voor een komend kabinet, opvolger van de demissionaire regering Merkel. Het Provinzialverband heeft haar zorgen geuit in een open brief aan de onderhandelingspartners.

Sterke concurrentie uit lagelonenlanden

Het beoogde uurtarief treft volgens de belangenorganisatie niet alleen de telers in de Rijnregio, maar de hele deelstaat Noordrijn-Westfalen én heel Duitsland, schrijven zij in de open brief. “Nu al moeten de fruit- en groentetelers zich verdedigen tegen sterke concurrentie uit lagelonenlanden. Vooral teelten die met de hand geoogst worden, staan onder enorme druk. Als de loonkosten blijven stijgen, kunnen deze gewassen niet meer worden geteeld in de regio”, zo luidt het alarm.

Geen augurkenteelt voor conserven meer

Minstens één teelt is als gevolg van de loonkosten al verdwenen, namelijk die van augurken voor de conservenindustrie. Deze augurken voor de Duitse markt komen nu uit Turkije en zelfs helemaal uit India. In de jaren 90 was deze teelt nog goed voor een areaal van 1.000 hectare. Daarvan is nauwelijks iets over. Een soortgelijk lot wacht de teelt van zachtfruit (bessen) en groenten waarvan de oogst niet kan worden gemechaniseerd.

“De laatste jaren zijn in Noord-Afrika en Zuid-Europa honderden hectares frambozen, bramen en bosbessen geplant. Aangevuld met de import uit Zuid-Amerika is dit fruit inmiddels in de Duitse supermarkten het hele jaar door te krijgen. Dit verdringt de binnenlandse producten, waarvan de teeltomstandigheden aan de hoogste eisen voldoen”, zegt voorzitter Christoph Nagelschmitz van het Provinzialverband. Goed voor het milieu en/of het klimaat is de ontwikkeling volgens Nagelschmitz in ieder geval niet, vanwege de transportafstanden die met de import gemoeid zijn.

Areaal voedingsgewassen neemt af

De deelstaat Noordrijn-Westfalen is van oudsher koploper in de Duitse groenteteelt (exclusief hardfruit en bessen, inclusief aardbeien) met in 2020 28.600 hectare. Ook het aangrenzende Rijnland-Palts heeft een relatief flink areaal van 13.100 hectare, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van het overheidsstatistiekbureau Destatis. Sinds 2017 is sprake van een dalende trend. In dat jaar was de oppervlakte 30.400 (Noordrijn-Westfalen) en 20.200 (Rijnland-Palts) hectare. In heel Duitsland is het areaal voor deze voedingsgewassen sinds 2017 met 5.000 hectare geslonken naar ruim 142.600 hectare.

Share this

Afbeelding
Wim Verseput

correspondent in Denemarken

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin