‘Vlotte start tweede komkommerteelt’

De teeltwisseling heeft in twee fases plaatsgevonden. Op 28 juni is de helft van de tuin opnieuw geplant en op 12 juli de andere helft. Het ras in Lausanne (Rijk Zwaan). In de eerste en tweede week na het planten is een wortelstimulans toegediend om aantasting door Pythium en Fusarium tegen te gaan. “De komkommerplant is goed weg gegroeid met een snelle wortelgroei. Na drie dagen stonden de planten vast in de mat. In de oude steenwolmat hebben we geen nadelige gevolgen van Pythium of Fusarium gezien.”

De teelt is gestart op 2,5 stengels/m². Omdat deze stand te dik is voor een najaarsteelt, is dat in week 33 teruggebracht naar 2,2 stengels/m² om een meer open gewas te hebben.

Bovengemiddelde bladgroei

De eerste vijf oksels aan de stam zijn leeggemaakt. “Na het vijfde blad hebben we een setje aangehouden. Het achtste oksel is leeggemaakt. Daarna nog een setje aangehouden en vervolgens zijn we om en om gaan dunnen.”

Door de sterke weggroei zijn er wekelijks zeven tot acht bladeren bijgekomen. “Met een rondje dunnen, waar we vier oksel tegelijk dunnen, nemen we ook een blaadje weg uit de oksels die we leegmaken.” De lengtegroei is 70 centimeter per week.

Prognose gehaald

“In de eerste teelt hebben we met de productie onze prognose gehaald. Dat is positief.”

Drie weken na het planten zijn de eerste komkommers geoogst. “In het begin 40’ers en later in de week met minder licht minder zware en kortere komkommers.” In week 33 waren de komkommers weer zwaarder en langer. De kwaliteit is prima zonder afwijkingen; in het begin wel meer kromme komkommers, maar dat is daarna afgenomen.

Snel spint gesignaleerd

Tegen trips en witte vlieg is in de eerste week na het planten preventief op elke mat een zakje met roofmijt Amblyseius swirskii tegen trips en witte vlieg uitgezet. Deze natuurlijke vijanden worden wekelijks bijgevoerd. De populatie van deze roofmijt heeft zich snel ontwikkeld. “Witte vlieg is nu meer aanwezig dan in de eerste teelt, maar het is nog geen probleem. Swirskii ruimt ze wel op.”

Inzet californicus

Tevens is door de hele kas tegen spint de roofmijt Amblyseius californicus uitgezet. “Dat is goed geweest, want we hadden de eerste week in een bepaalde hoek van de kas al spint. Dat hadden we in de eerste teelt ook op dezelfde plek. Door de spint werd het blad geel. Met inzet van veel roofmijten is het na een paar weken weer goed gekomen. Nu is dat eveneens het geval.” Op plekken waar spint wordt aangetroffen, worden wekelijks nog flesjes met roofmijt Phytoseiulus persimilis uitgestrooid.

Hoge rupsendruk

De rupsendruk was in het begin van de tweede teelt al snel hoog en deze plaag is nog niet onder controle. “We hebben snel twee keer met Verismo gespoten om de rupsen te doden, omdat de druk hoog is met veel motten die binnenvliegen. Nog wekelijks spuiten we met een bacteriepreparaat.”

Meeldauw is ook weer sterk aanwezig. Hiertegen wordt afgewisseld gespoten met Abir en Serenade.

Tot nu toe is er geen Mycosphaerella of virus geconstateerd.

Auteur: Harry Stijger