De rassen Vitaton en Harston komen als beste naar voren voor de teelt van late winterprei. Dat blijkt uit Belgisch onderzoek. Bij Vitaton komt de schotvorming het traagste opgang, Harston behoudt het langste een mooie vaste schacht.
In het onderzoek lagen verder de rassen Aylton (Nunhems), Cherokee (Enza), Keeper (Bejo), Krakatoa (Syngenta), Lucretius (Seminis) en Pluston (Nunhems). De proef werd in 2016 op 25 juli (PCG, Kruishoutem), 26 juli (PSKW) en 9 augustus (Inagro) geplant. Gerooid werd er op 14 april (PCG), 26 april (Inagro) en 3 mei 2017. Daarna werden de rassen een week bij 8 graden bewaard.
Voor bewaren
Voor de bewaring scoorde Harston (Nunhems) met een 7,5 op vastheid van de schacht het beste. Lucretius scoorde op die eigenschap met 6,3 het minste, de overige rassen zaten tussen 6,5 en 7,0.
Vitaton (Nunhems) had met 9 centimeter schot voor de bewaring significant minder schot.
Harston (17 centimeter), Keeper (17), Krakatoa (19) en Lucretius (20) hadden vrijwel evenveel lengte schot. Bij Cherokee was de schotlengte 22, bij Pluston 26 en bij Aylton 32 centimeter volgens het verslag in Proeftuinnieuws 12.
Na bewaren
Bij Harston (0,5 centimeter), Vitaton (0,9) en Lucretius (1,4) groeide het schot na de bewaring het minst verder. Bij Krakatoa was dat met 3,1 centimeter het meeste.
De vastheid van de schacht na de bewaring zat bij acht rassen tussen 6,1 en 6,5 en verschilde daarmee niet significant van elkaar. Alleen Cherokee scoorde met 6,0 net iets minder en Krakatoa was met de beoordeling van 5,3 siginificant minder vast.
Productie
Gemiddeld over de drie proeven beoordeelden de onderzoekers De Rooster, Winnepeninckx, Callens en Vanquickenborne de rassen Vitaton en Pluston als zeer productief. Van Harston en Lucretius werd de productie als goed beoordeeld.