Uit een rassenproef op het Belgische onderzoekscentrum Inagro kwamen in een vroege teelt de latere rassen Eos, Ironman, McLaren, Babilon en Larsson als beste naar voren met meer dan 90% Flandria-kwaliteit.
In de proef haalden gemiddeld 81,6% van de schermen klasse Flandria. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg slechts 489 gram. Alle schermen waren gezond. Bij de vroegste rassen First Lap en Claremont viel de schermkwaliteit tegen. Deze rassen hadden veel hartloze planten, wellicht veroorzaakt door een te koude opkweek of molybdeengebrek. Deze rassen vertoonden tevens veel boorders, aldus het verslag van Inagro op haar website.
Afdekking & bijbemesting
De rassen werden gezaaid in perspotten van 5 centimeter op 2 februari en opgekweekt bij een plantenkweker. Door het natte werd pas op 20 april geplant en afgedekt met vliesdoek. Door de vele regen in de eerste helft van de teelt was de bewortelingsdiepte vrij gering. De proef werd daarom in juni drie keer beregend .
Hittegolf gaf versnelde schermvorming
Door de minder goede bodemstructuur en de overvloedige neerslag in de eerste helft van mei ontwikkelde het gewas zich vrij moeizaam. De hittegolf in juni zorgde voor een versnelde schermvorming. De oogst startte op 30 mei en eindigde op 29 juni. De rassen met een korte groeiduur waren in deze omstandigheden benadeeld en leverden een mindere kwaliteit. De rassen met een langere groeiduur presteerden opmerkelijk beter.
Eigenschappen van de rassen
De rassen staan in volgorde van aantal groeidagen.
First Lap (HMC35189) (Clause) telde slechts 40 groeidagen. 35% van de planten was hartloos en er waren 46,7% boorders. Het gewas stond er bij de oogst niet goed en niet uniform bij, toonde minder groeikracht en vormde weinig zijscheuten. De bladeren waren donker en ruim geschakeld. De schermen waren minder vast en hadden een ruwe korrel en een dunne stam. Deze cultivar vertoonde veel rozetten. Het oogsten verliep iets minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 483 gram. De kwaliteitssortering was niet goed.
Claremont (BEJO 3284) (Bejo) telde 54 groeidagen. 25% van de planten was hartloos en er waren 5,0% boorders. Het gewas stond er bij de oogst goed maar niet uniform bij, toonde minder groeikracht en vormde wat zijscheuten. De bladeren waren klein en ruim geschakeld. Claremont is knolvoetresistent. De schermen waren eerder plat en donker en hadden een ruwe korrel en een dunne en holle stam. Deze cultivar vertoonde veel rozetten. Het oogsten verliep iets minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 478 gram. De kwaliteitssortering was minder goed.
Spello (Wing Seed) telde 54 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst goed bij en vormde weinig of geen zijscheuten. De bladeren waren kort geschakeld. De schermen waren minder vast en bleker. Deze cultivar vertoonde veel rozetten. Het oogsten verliep iets minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 445 gram. De kwaliteitssortering was minder goed.
Phar Lap (Clause) telde 54 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst minder goed en minder uniform bij en vormde wat zijscheuten. De bladeren waren groot. De schermen waren vast, bolvormig, donker en laag ingeplant en hadden een ruwe korrel en een dikke stam. Deze cultivar vertoonde veel rozetten. Het oogsten verliep minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 494 gram. De kwaliteitssortering was minder goed.
Eos (Sakata) telde 57 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst goed en uniform bij en vormde weinig of geen zijscheuten. De bladeren waren bleker en kort geschakeld. De schermen waren minder vast, bleker en laag ingeplant en hadden een fijne korrel en een dikke stam. Deze cultivar bleek gevoelig te zijn voor paarse schermen. Het oogsten verliep minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 456 gram. De kwaliteitssortering was goed.
Ironman (Seminis) telde 61 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst heel goed en uniform bij, toonde veel groeikracht en vormde tamelijk veel zijscheuten. De bladeren waren donker en ruim geschakeld. De schermen waren vast, donker en hoog ingeplant en hadden een fijne korrel en een dunne stam. Deze cultivar vertoonde weinig rozetten. Het oogsten verliep vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 481 gram. De kwaliteitssortering was heel goed.
McLaren (Syngenta) telde 61 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst minder goed maar wel uniform bij en vormde weinig of geen zijscheuten. De bladeren waren bleker, groot en kort geschakeld en toonden zich gevoelig voor valse meeldauw. McLaren is knolvoetresistent. De schermen waren vast en laag ingeplant en hadden een fijne korrel en een dikke stam. Het oogsten verliep minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 504 gram. De kwaliteitssortering was heel goed.
Babilon (Clause) telde 61 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst minder goed bij, toonde weinig groeikracht en vormde heel veel zijscheuten. De bladeren waren donker, klein en ruim geschakeld. De schermen waren vast, bolvormig, donker en hoog ingeplant. Deze cultivar bleek gevoelig te zijn voor paarse schermen. Het oogsten verliep vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 513 gram. De kwaliteitssortering was heel goed.
Larsson (Rijk Zwaan) telde 65 groeidagen. Het gewas stond er bij de oogst goed en uniform bij, toonde veel groeikracht en vormde wat zijscheuten. De bladeren waren groot en ruim geschakeld. De schermen waren vast en hadden een fijne korrel en een dikke en holle stam. Deze cultivar vertoonde weinig rozetten. Het oogsten verliep minder vlot. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 550 gram. De kwaliteitssortering was heel goed.