‘Verticale tuinbouw’ is wereldwijd in opmars. In voormalige staalfabrieken en ICT-clean rooms groeien bloemkool en microgroenten. Geestelijk vader Dickson Despommier staat verbaasd. ‘Het gaat veel sneller dan ik ooit had kunnen dromen’.
In 2015 verlieten dagelijks 21 duizend kroppen sla de ‘verticale boerderij’ van de Spread Factory in Kameoka, een voorstad van Kyoto. Dat waren er 7,7 miljoen per jaar. In het twintig meter hoge gebouw, draaien talloze bakken vol sla langs led-lampjes omhoog en omlaag. In 2016 zal de Spread Factory zijn opbrengst verdubbelen tot 15 miljoen. Daarmee is het de grootste high tech stadsboerderij van Japan. Met zijn brandschone bakken vol slaplantjes en met boeren die werken in witte laboratoriumpakken en blauwe handschoenen, lijkt het interieur van Spread op de clean rooms van een ICT-bedrijf.
Feitelijk is het dat ook. Spread Factory is hermetisch van de buitenwereld afgesloten. Alles in het gebouw wordt doorlopend gecontroleerd: temperatuur, vochtigheid, licht, de waterkwaliteit, het zaad en de voedingsstoffen. De sla die de Spread-fabriek verlaat kan meteen uit de plastic zakjes worden gegeten want is al net zo vrij van fall out, als van pesticiden en herbiciden. Sinds de ontploffing van de kerncentrales bij Fukushima wantrouwen de Japanners alle voedsel dat mogelijk door radioactieve stof is besmet.
Glazen torens
Vijfduizend kilometer verderop, op een industrieterrein bij Singapore, staan honderd glazen torens van elk negen meter hoog. Het zijn de productiehuizen van Sky Greens. Het is een van de verticale boerderijen in deze Aziatische stadstaat die maar amper over eigen landbouwgrond beschikt. In de torens roteren bakken met Paksoi en Chinese kool. Via het glas vangen ze aan alle kanten licht. Elke bak sleept eens per acht uur door een bassin met water dat doorlopend wordt gefilterd en recyclet. Ditmaal is de aanjager van verticale landbouw niet de angst voor nucleaire neerslag, maar de afhankelijkheid van China van waaruit nu nog 93% van alle voedsel in Singapore wordt geproduceerd. Vandaag staan er nog honderd groeitorens in Singapore. Over tien jaar zullen dat er meer dan tweeduizend zijn. Daarmee voorziet Sky Greens dan het grootste deel van de Singaporezen van verse groenten.
Een overzicht van alle ontwikkelingen in Vertical Farming wereldwijd, is te vinden op de website van de Association for Vertical Farming’.
Geestelijk vader
Weer vijftienduizend kilometer daarvandaan, in New York, zit Dickson Despommier in zijn werkkamer op Columbia University. Hij is de geestelijk vader van verticale landbouw. Despommier (75), hoogleraar ecologie en allang pensioengerechtigd komt nog elke dag naar Columbia om met zijn studenten oplossingen te bedenken voor vragen bij wat zijn levenswerk mag heten. Tot tien, vijftien jaar geleden had niemand het over verticale landbouw. Nu is het concept viral. Sinds een jaar of vijf worden ze volop gebouwd en in gebruik genomen, overal ter wereld. In Chicago zijn al meer dan twintig verticale boerderijen en niet één is hetzelfde. Ze zijn allemaal anders. En allemaal zijn ze even interessant.’
Waarom moeten we verticale landbouw gaan bedrijven?
‘Op deze vraag kan ik niet één antwoord geven. Dat varieert per stad, per land en per ondernemer. Voor Japan is het nu de angst voor besmetting, voor Singapore de afhankelijkheid van China, voor New York de lange aanvoerlijnen vanaf het platteland, voor steden in het koude noorden is het de behoefte aan betaalbare groenten en fruit tijdens de lange winters. Weer anderen willen vertical farming omdat het veel werkgelegenheid biedt aan de onderkant van de arbeidsmarkt.’
Meestal lees je dat vertical farming ideaal is om honger te bestrijden.
‘Absoluut. Rond 2050 zal bijna 80 procent van de wereldbevolking in grote steden leven, ver van de traditionele landbouwgebieden. Bovendien willen we over dertig jaar nog eens vier miljard mensen extra kunnen voeden. Daarnaast hopen we er flink wat natuur bij te krijgen. En hoewel we in Westerse landen steeds efficiënter met landbouwgrond omspringen, moet er voor 2050 nog een heel Brazilië bij om die klus te klaren. Verticale Landbouw is één van de oplossingen voor dit probleem. Je gebruikt maar een klein deel van het landoppervlak en de opbrengst is vele malen hoger. Verticale landbouw is op termijn tussen de 10 tot 100 keer efficiënter.’
U vindt het überhaupt vreemd om in de open lucht te boeren?
‘Klopt. Buiten kun je niets controleren. Niet de regen, niet de temperatuur, niet het licht en niet de stormen; Niet de tornado’s, noch het ongedierte en de insecten. Buiten ben je overgeleverd aan de elementen. Binnen, in afgesloten hoogbouw, kan dat allemaal wel. Onlangs sprak ik met Franse boeren en zij vertelden mij hoe hun omgeving veranderde door de klimaatverandering. Maar niemand van hen had ooit overwogen om hun boerderijen onafhankelijk te maken van het klimaat. Die Fransen boerden nog als ooit de Teutonen. Ze waren volstrekt afhankelijk van de weersomstandigheden.’
Critici zullen daar tegenover stellen dat er ook via de gangbare intensieve landbouw nog veel gewonnen kan worden.
‘Dat moeten we vooral ook doen. De verticale landbouw gaat de horizontale ook niet volledig verdringen. Maar in metropolen als New York, in Seoul, in Singapore of Shanghai zal verticale landbouw een alsmaar grotere plaats in gaan nemen, al was het maar omdat het uiteindelijk veel gezonder en goedkoper zal zijn.’
In Nederland, ook een dichtbevolkt land, is verticale landbouw nog vrij onbekend. Terwijl de kosten van landbouwgrond en energie er toch hoog zijn.
‘Misschien dat de behoefte om de hoogte in te gaan een stuk kleiner is dan bij ons. Jullie zijn al ver vooruit met glastuinbouw, waar vandaag veel technieken van het vertical farming aan worden ontleend. Al wordt er ook in Nederland mee geëxperimenteerd, denk aan Plantlab in Den Bosch.’
Er zal veel aandacht zijn voor Vertical Farming op de GreenTech 2016 op 14, 15 en 16 juni in Amsterdam.
Hoe ziet uw ideale verticale boerderij eruit?
‘Persoonlijk zie ik het liefst mooie torens van zo’n 18 verdiepingen, midden in steden als New York. Die torens zijn bekleed met zonnepanelen en verlicht via de modernste led-lampjes van Philips. Je verbouwt er van alles, van bananen tot kippen. Dat verkoop je dan in een versmarkt op de begane grond. Of je eet het op in een restaurant op de bovenste verdieping. We hebben uitgerekend dat één toren ongeveer 30 duizend mensen kan voeden.’
Welke producten doen het ’t beste in verticale boerderijen?
Wat het heel erg goed doet zijn ‘microgroenten’ voor salades, soepen en broodjes. In Irvine, Californië, zit Urban Produce. Dat verbouwt microgroenten in acht lagen en doet dat volledig in led-licht. Het bedrijf gebruikt 90% minder water, 80 procent minder voedingsstoffen en werkt volledig zonder pesticiden of herbiciden. Ze begonnen in 2013 en vorige week las ik dat ze bezig zijn met maar liefst honderd nieuwe verticale stadsboerderijen. Vertical Harvest in Jackson, Wyoming claimt met een-tiende van de grond uit te komen die een traditioneel tuinbouwbedrijf nodig heeft. Dit bedrijf, dat naast micro greens ook tomaten teelt, wil vooral een sociale onderneming zijn. Zij nemen zoveel mogelijk mensen met een beperking aan, en hebben midden in het bedrijf schoolklassen gebouwd waarin leerlingen biologielessen krijgen.’
Wat kan niet in de verticale boerderijen?
‘Technisch kan eigenlijk alles, maar niet alles is efficiënt of wenselijk. Het houden van kippen en het kweken van vis of insecten gaat prima. FarmedHere, een enorme verticale boerderij in Chicago, Illinois, kweekt al een tijdje Tilapia. Het water waarin de Tilapia zwemt en zich ontlast, gebruikt het bedrijf weer om allerlei groenten mee te bemesten.
Voor varkens en koeien zijn verticale boerderijen overigens minder geschikt. Grazers moeten kunnen grazen, dus laat die vooral in de open lucht blijven. In de akkerbouw geldt dat ook voor mais, soja en graan. Je kunt het weliswaar binnen verbouwen maar erg efficiënt is dat niet. Het ligt voor de hand dat we dat allemaal in de volle grond blijven doen.’
Wie gaan in de verticale boerderijen werken? Zijn dat de zonen en dochters van de huidige boeren?
‘Hier, twintig kilometer verderop in Newark –Despommier wijst uit zijn raam- opent deze maand een enorme verticale boerderij. Vroeger was het complex een staalfabriek en de ombouw kost veertig miljoen dollar, waaronder 15 miljoen van Goldman Sachs. Het zou wel eens de grootste van de wereld kunnen worden. De eigenaar, AeroFarms, zegt dat deze boerderij meer dan honderdduizend mensen volledig van voedsel kan voorzien. Maar het moet ook een enorme impuls geven aan Newark. Die stad is erg verarmd. Door nieuwe activiteiten als verticaal boeren komt er weer verse werkgelegenheid. Zeker ook voor plattelanders naar de stad trekken.’ Lacht: ‘… kan een boer uit Illinois of Ohio eindelijk ook eens naar een theater in New York of Chicago’.
It’s the economy, stupid
Het is nog onduidelijk hoe rendabel verticale landbouw wel is. Voor afgewogen onderzoek is het verschijnsel is simpelweg nog te jong en te veelvormig.
Critici menen dat deze vorm van stadslandbouw altijd duurder zal zijn dan landbouw op het platteland. Verwarming, verlichting, het vele handwerk en de gebouwen zelf, kosten uiteindelijk meer dan wordt bespaard op grondgebruik en op het transport vanaf het platteland. Hoe groter en drukker de stad, hoe meer behoefte er wellicht is aan verse producten, maar hoe duurder ook de ruimte wordt om deze te verbouwen.
Voorstanders wijzen er op dat verticale landbouw weer fors bespaart op kunstmest, water en gewasbeschermingsmiddelen. Bovendien wordt technologie waaronder Led-licht alsmaar goedkoper en vestigen veel start ups zich in bestaande gebouwen, van oude Clean Rooms tot verlaten staalgieterijen, waardoor de investeringen meevallen. Ook wijzen zij erop dat door de toenemende verstedelijking de vraag naar versproducten toe zal nemen en dat mensen bereid zijn om wat meer te betalen wanneer ook de kwaliteit hoger is.